Paragrafen

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Provinciale infrastructuur, wegen en vaarwegen

Inleiding
De provinciale infrastructuur is in acht assetgroepen in te delen (zie afbeelding A):

  • Assetgroep Vaarwegen
  • Assetgroep Bediencentrales en IC-desk
  • Assetgroep Wegen
  • Assetgroep Beweegbare kunstwerken (sluizen en bruggen die open kunnen)
  • Assetgroep Verkeerssystemen
  • Assetgroep Vaste kunstwerken (onder andere tunnels, duikers en bruggen die niet open kunnen)
  • Assetgroep Groen
  • Assetgroep N434 / Corbulotunnel

Om deze assetgroepen te onderhouden en beheren werken we samen met verschillende aannemers. We gebruiken ook onze steunpunten, boten en wagens om te zorgen dat het verkeer goed gebruik kan maken van de wegen en vaarwegen.  We kijken regelmatig naar de staat van bijvoorbeeld een brug of weg om te kijken wanneer we welk onderhoud het best kunnen doen. Ook houden we in de gaten hoeveel geld er nodig is voor het  beheer en onderhoud.

Afbeelding A: Overzicht van alle assetgroepen van de provincie Zuid-Holland

Beleidskader
Met onze uitvoeringsstrategie voor het beheer en onderhoud bepalen we hoe we ons beheer en onderhoud binnen de door PS gestelde kaders zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. Dit is in hoofdzaak een afweging tussen:

  • De prestaties die we van de infrastructuur verwachten. Bijvoorbeeld hoe diep een vaarweg moet zijn.
  • De mate waarin we risico's op verstoringen accepteren. Bijvoorbeeld de kans dat een brug niet meer open of dicht gaat.
  • De kosten voor de maatregelen voor beheer en onderhoud. Bijvoorbeeld de kosten voor het vervangen van een brugdek.

Iedere vier jaar maken we op basis van de strategie een Nota Onderhoud Kapitaalgoederen (NOK) met de bijbehorende behoefte aan budget. Als basis voor deze nota vernieuwen we ons overzicht van alle types werk en de kosten daarvan (normkosten). In de vergadering van 6 maart 2024 stelden Provinciale Staten de NOK 2024-2027 vast (zie PS-besluit). Deze huidige Nota Onderhoud kapitaalgoederen 2024-2027 beschrijft aan welke eisen de infrastructuur in onze provincie moet voldoen en welk budget daarvoor nodig is. We kijken daarbij 15 jaar vooruit, zodat we niet voor verrassingen komen te staan.

Omdat er tussentijdse ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld in de prijs van energie, grondstoffen of omdat er nieuwe technische mogelijkheden zijn, kijken we jaarlijks of de verwachtingen nog kloppen. Hiervoor maken we het Meerjaren Onderhoudsprogramma (MJOP). We kijken daarbij ook weer 15 jaar vooruit. Basis voor het MJOP zijn de normkosten uit de NOK, geïndexeerd naar een geschat prijspeil op 1 januari 2026, zie bijlage 4. Provinciale Staten controleren het bestuur (horizontaal toezicht). Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het financieel toezicht op de provincies (verticaal toezicht).

Ontwikkeling technische staat areaal en Onderhoudsprogrammering
Om de infrastructuur beschikbaar te houden, kijken we regelmatig naar de staat ervan en bepalen we het beste onderhoud. Dit doen we met een gestandaardiseerde methode. In afbeelding B hebben we dit zichtbaar gemaakt. Hoe langer een weg of oever ergens ligt, hoe meer gebreken er kunnen ontstaan. Voordat de staat ‘onacceptabel’ is, gaan we met de weg of oever aan de slag (paarse lijn). Als we langer zouden wachten, kan een weg of oever onveilig worden. Als we niet lang genoeg wachten, maken we onnodige kosten. Tussendoor zorgen we met dagelijks beheer en onderhoud ervoor dat de weg of oever zo lang mogelijk in goede staat blijft (rode lijn). Na een aantal herhalingen is het slimmer om te vernieuwen in plaats van nog een onderhoudsronde (zie ontwikkeling blauwe stippellijn).

Afbeelding B: Overzicht Dagelijks beheer en onderhoud en planmatig onderhoud

Deze manier van werken gebruiken we niet voor alle assetgroepen. Voor onze bediencentrales,  verkeersregelinstallaties en ons groen gebruiken we een andere manier van werken. We vervangen bijvoorbeeld een bepaald onderdeel als het nodig is. Dit hangt af van de levensduur van dat onderdeel. Het is te vergelijken met het vervangen van een onderdeel van je auto, vlak vóórdat je verwacht dat er gebreken gaan ontstaan.

Wegen
De afgelopen jaren hebben we veel gedaan om de wegen beter te maken. Ook hebben we ze duurzaam ingericht, zodat ze langer meegaan. Op het moment dat het nodig is, doen we onderhoud aan een weg. Daarbij vervangen we de bovenste laag van het asfalt (‘deklaag’), en soms doen we dat ook met de laag eronder (‘tussenlaag’). Ook vullen we gaten in de weg. Tot slot onderzoeken we de bodem die onder de weg ligt. Als het nodig is, verbeteren we die ook.

Het systeem voor het bepalen van de Meerjaren Onderhoudsprogrammering (MJOP) is gebaseerd op de CROW publicatie 147, wegbeheer. Dat betekent dat we wegen regelmatig inspecteren en die een score geven. Afhankelijk van die score plannen we het onderhoud in.

Verder komt het voor dat een weg of de bodem eronder sneller verslechtert door bepaalde omstandigheden. Daar doen we extra controle. Als de situatie onveilig dreigt te worden, doen we op die specifieke plek extra onderhoud. Al is het natuurlijk efficiënter wanneer dat onderhoud kan wachten totdat we de hele weg aanpakken.

Vaarwegen
De levensduur van oevers is afhankelijk van het type constructie. Een oever gaat ongeveer 40 tot 100 jaar mee. Onderhoud om deze levensduur te verlengen doen we weinig. We vervangen oevers wanneer deze in slechte staat zijn. Op dat moment houden ze dan nog wel de grond naast het water tegen, maar er zitten zwakke plekken tussen. Deze plekken houden we goed in de gaten. Op die manier kunnen we op tijd maatregelen nemen.

Een groot deel van de oevers is in de 20e eeuw aangelegd, dus ze zijn minimaal 25 jaar oud. In de komende 10 jaar zullen we veel oevers aanpakken. Dat betekent meer werk en er is dan ook meer geld nodig. Dit noteren we in het MJOP. Omdat de oevers zo lang mee gaan, kunnen de kosten, vergelijkbaar met het aflossen van een hypotheek voor een woning, over meerdere jaren worden verdeeld.

Kunstwerken
Kunstwerken zijn in twee categorieën in te delen. De vaste en de beweegbare. Vaste kunstwerken zijn bijvoorbeeld betonnen bruggen, viaducten en fietsbruggen. Bij deze categorie plannen we elke 10-15 jaar onderhoud in. Op die manier kunnen we ze in goede staat houden. Iedere 10 jaar inspecteren we een vast kunstwerk 3 keer.

Beweegbare kunstwerken zijn sluizen, en bruggen die open kunnen om schepen door te laten. Deze constructies bestaan vaak uit staal, maar hebben ook mechanismes om ze te openen en te sluiten. Bij deze categorie doen we elke 15 jaar onderhoud. Inspecteren doen we vaker, omdat beweegbare bruggen lastige(re) constructies hebben. Ook zorgen we ervoor dat alles wat nodig is voor de bediening vanuit de bediencentrales op orde is.
Voor beide categorieën geldt natuurlijk dat we de overlast zo laag mogelijk houden.

Financiële aspecten
De hoeveelheid geld die we nodig hebben is voor een deel stabiel. De enige verandering daarin is als er bijvoorbeeld een nieuwe bediencentrale of brug bijkomt. Het budget hebben we nodig voor allerlei zaken. Denk aan dagelijks beheer en onderhoud. Daaronder valt het smeren van de stalen onderdelen van de beweegbare kunstwerken,  maaien, snoeien en zout strooien tegen gladheid. Maar we hebben ook geld nodig voor andere dingen die regelmatig terugkomen, het benodigde geld om dit op te pakken wisselt jaarlijks. Zoals het herstellen of aanleggen van asfalt, het vervangen van oevers en andere activiteiten in ons MJOP.

We tellen al het geld dat we denken nodig te hebben bij elkaar op voor 15 jaar en delen dat weer door 15. Op die manier weten we onze gemiddelde behoefte per jaar voor de komende 15 jaar. PS bepaalt op basis van de begroting die we voor 2026-2029 hebben gemaakt hoeveel zij beschikbaar stellen voor de komende periode.

Mochten we voor het dagelijks beheer en onderhoud door onverwachte gebeurtenissen meer geld nodig hebben dan verwacht, dan hebben we nog een kleine spaarpot achter de hand. In officiële termen heet dit een egalisatiereserve. Op dit moment hebben we hiervoor € 5 miljoen achter de hand.

Onderhoudsprogramma infrastructuur. Prijspeil 1 januari 2026 (bedragen x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Beleidsdoel 2-2 Exploitatie Beheer en onderhoud

Dagelijks beheer en onderhoud, exploitatie

54.567

58.397

55.688

56.310

Planmatig onderhoud, regelmatige bijdrage aan voorzieningen

80.883

80.883

80.883

80.883

Totaal netto exploitatie-uitgaven

135.450

139.280

136.571

137.193

Beleidsdoel 2-2 Voorziening Beheer en onderhoud)

2026

2027

2028

2029

Bijdrage (+) aan voorziening beheer en onderhoud

-80.883

-80.883

-80.883

-80.883

Uitvoeren (-) programma planmatig beheer en onderhoud

  98.013

102.081

97.718

80.030

Beleidsdoel 2-2 Investeringen Beheer en onderhoud

2026

2027

2028

2029

Planmatig onderhoud (netto investeringen in jaar activeren) *

3.684

39.935

30.288

118.658

In bovenstaande tabel staan de bedragen die we nodig hebben voor het beheer en onderhoud van onze infrastructuur. Geld dat we binnen Beleidsdoel 2-2 voor de aanleg van nieuwe infrastructuur nodig hebben, hebben we hierin niet meegenomen. Hetzelfde geldt voor budget dat we nodig hebben voor verbeteringen die we tijdens onderhoud doen. Deze uitgaven zijn opgenomen in beleidsdoel 2-1.

In onderstaande grafiek  zie je de ontwikkeling van geld dat we investeren in beheer en onderhoud. We verwachten dat de middelen die we nu beschikbaar hebben genoeg zijn voor de looptijd van het MJOP. Dat betekent dat we genoeg geld hebben om oevers en funderingen te vervangen. Zoals we in de NOK beschrijven hebben we geen middelen gereserveerd voor de vervanging van beweegbare kunstwerken, omdat dit de komende vijftien jaar nog niet aan de orde is.

Monitoring en verantwoording
Elk jaar rapporteren we in de jaarrekening over de staat van alle infrastructuur. Hieruit blijkt welk deel hiervan dichtbij de ondergrens komt. Met andere woorden: welk deel toe is aan onderhoud. Met PS hebben we afgesproken dat we deze indicator de komende jaren vervangen door de indicatoren van de ‘Beleidsmonitor’.

Indicatoren
De 3 indicatoren voor beheer en onderhoud zijn:

  • Instandhouding van de provinciale wegen
  • Instandhouding van de provinciale vaarwegen
  • Beschikbaarheid van de provinciale beweegbare kunstwerken

De indicator ‘instandhouding van de provinciale wegen’ kleurt groen wanneer we de situatie onder controle hebben. Dat wil zeggen dat we op tijd onderhoud gepland hebben staan. De kwaliteit van het wegdek kan een keer tot onder de norm dalen. Wanneer dit voor minimaal 2% van de wegen het geval is wordt de indicator oranje. Wanneer 2% van de wegen of meer onder niveau is, en er is nog geen maatregel in de komende 2 jaar staat, kleurt de indicator rood.

De indicator ‘instandhouding van de provinciale vaarwegen’ kleurt groen wanneer we de situatie onder controle hebben. Dat wil zeggen dat we op tijd onderhoud gepland hebben staan. Wanneer minimaal 2% van de oevers ‘zeer slecht’ is, en er in de komende 5 jaar geen onderhoud gepland staat, wordt de indicator oranje. Wanneer 2% van de oevers of meer ‘zeer slecht’ is en er binnen 10 jaar geen maatregel gepland staat, kleurt de indicator rood.

De indicator ‘beschikbaarheid van de provinciale beweegbare kunstwerken’ bestaat uit 2 delen. De eerste is beschikbaarheid voor de weggebruiker. Denk aan iemand die met de auto of fiets over de brug wil rijden. De tweede is beschikbaarheid voor de vaarweggebruiker. Denk aan iemand die met een schip onder de brug door wil varen. Wanneer minder dan 95% van de bruggen voor 1 van de 2 groepen goed beschikbaar is heeft, wordt de indicator oranje. Bij minder dan 90% voor 1 van de 2 groepen kleurt de indicator rood.    

De beleidsindicatoren ingekleurd
De afgelopen jaren is middels de jaarrekening steeds de technische staat van de assets gerapporteerd. Hierna worden deze ‘vertaald’ naar de hierboven beschreven indicatoren.   

Instandhouding van de provinciale wegen

Wegen

Zeer slecht

Score

2020

0%

100%

2021

0%

100%

2022

0%

100%

2023

5%

95%

2024

4%

96%

Instandhouding van de provinciale vaarwegen

Vaarwegen

Zeer slecht

Score

2019

0%

100%

2020

1%

99%

2021

1%

99%

2022

0%

100%

2023

2%

98%

2024

3%

97%

Beschikbaarheid van de provinciale beweegbare kunstwerken

Beweegbare kunstwerken

Wegverkeer

Scheepvaart

2016

93%

94%

2017

97%

95%

2018

100%

99%

2019

95%

93%

2020

100%

96%

2021

100%

96%

2022

99%

96%

2023

97%

98%

2024

99%

92%

Deze pagina is gebouwd op 10/06/2025 15:59:38 met de export van 10/06/2025 15:49:09