Het beleidsdoel Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen is vastgesteld in het omgevingsbeleid. De uitwerking van dit beleidsdoel vind je via deze link .
Beleidsprestatie 2-1-1 Stimuleren transitie naar duurzaam, veilig en slim personenvervoer
Wat willen we bereiken?
De provincie wil dat iedereen zijn bestemming kan bereiken op makkelijke, snelle, veilige en duurzame wijze. De provincie streeft daarbij naar een toekomstbestendig Zuid-Holland.
Door groei van de bevolking en economie wordt het steeds drukker op wegen en fietspaden. Bovendien moet er de komende jaren veel onderhoud aan wegen en bruggen gedaan worden wat voor hinder gaat zorgen. De provincie zet zich - samen met andere overheden - in om deze overlast en de files te minimaliseren, bijvoorbeeld in het samenwerkingsverband Zuid-Holland Bereikbaar.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen streeft de provincie naar nabijheid van wonen, werken, voorzieningen en goed openbaar vervoer zodat veel bestemmingen binnen 15 minuten te bereiken zijn, voor wie het kan en wil lopend of op de fiets, maar ook met openbaar vervoer en de auto. Ook in landelijk gebied streven we naar nabijheid van voorzieningen om de leefbaarheid te bestendigen, zeker daar blijft bereikbaarheid per auto een belangrijke rol spelen.
De grote woningbouwopgave is erbij gebaat om lopen en fietsen vanaf de ontwerpfase een prominente rol toe te kennen omdat actieve mobiliteit weinig ruimte per verplaatsing inneemt. Door de snelle opkomst van de elektrische fiets gaan meer mensen vaker en verder fietsen en de provincie stimuleert dat graag verder. Terwijl de meeste mensen thuis een fiets hebben, ontbreekt de mogelijkheid om te fietsen meestal na een reis met het openbaar vervoer. Daarom zet de provincie in op deelfietsen voor het laatste stukje van een reis.
De provincie vindt ieder verkeersslachtoffer er één te veel en streeft naar elk jaar minder verkeersslachtoffers en nul verkeersslachtoffers in 2050. De provincie werkt samen met andere wegbeheerders en organisaties aan een veilige infrastructuur en stimuleert verkeersveilig gedrag door middel van educatie en voorlichting. De provincie onderhoudt contact met politie en het Openbaar Ministerie (OM) over adequate handhaving.
Ruimte en middelen voor nieuwe infrastructuur zijn beperkt. De provincie kijkt daarom naar de mogelijkheden van nieuwe, digitale en innovatieve (data-)oplossingen om (vaar)wegen en fietspaden en openbaar vervoer nog beter te benutten.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
Bereikbaarheid door nabijheid
- We adviseren gemeenten om woningen en werklocaties te bouwen vlak bij voorzieningen zoals winkels en kantoren en bij haltes voor het openbaar vervoer. Zo zijn voorzieningen voor iedereen dichtbij en goed bereikbaar.
- We letten op de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningbouw op de bereikbaarheid via de weg, fietspad en het openbaar vervoer. We doen een zogeheten mobiliteitstoets op ruimtelijke plannen van gemeenten. Dat betekent dat we kijken of mensen er lopend en met de fiets, openbaar vervoer en auto kunnen komen. We letten ook op de verkeersveiligheid en op parkeernormen. Zo kunnen de bewoners straks prettig wonen én hun bestemming goed bereiken. Ook in het landelijk gebied.
- We verwachten dat we samen met het Rijk en gemeenten in 2026 een toekomstbeeld maken voor mobiliteit. Dat doen we via het programma MoVe (Mobiliteit en Verstedelijking). Hierbij houden we rekening met verschillende soorten van vervoer en met de opgaven voor wonen, werken en voorzieningen. Het programma MoVe heeft ook (grote) projecten. De projecten waar de provincie bij betrokken is, staan in beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding provinciale infrastructuurprojecten en infrastructuursubsidies (PZI).
Schonere mobiliteit
- Samen met de provincie Zeeland voeren we de Regionale Aanpak laadinfrastructuur (RAL Zuidwest) uit. Zo dragen we bij aan een schonere lucht, aan minder of geen uitstoot van schadelijke stoffen en aan minder klimaatverandering. We zorgen ervoor dat er laadpunten komen in de openbare ruimte. Dit doen we onder meer door het organiseren van concessies. Ook moedigen we transportbedrijven aan om laadpunten op hun eigen terrein te plaatsen.
- We onderzoeken hoe we gronden van de provincie zoals carpoolplaatsen of bedrijventerreinen kunnen gebruiken om publieke laadpunten te plaatsen of solar carports (overkapping parkeerplaats met zonnepanelen). Deze locaties brengen we in kaart en bieden we aan de markt.
- We bepalen de provinciale rol en inzet met betrekking tot infrastructuur voor schone energie. We verlenen subsidies en werken mee aan projecten die bijdragen aan de verduurzaming van infrastructuur. Hieronder valt alle infrastructuur die bijdraagt aan het opwekken van duurzame energie en/of het verminderen van schadelijke uitstoot. Een voorbeeld hiervan zijn waterstoftankstations.
- We werken samen met andere partijen aan landelijke programma’s zoals Clean Energy Hubs (CEH). Het doel is om de aanleg van infrastructuur te versnellen voor duurzaam opgewekte energie (elektriciteit, waterstof en fossielvrij gas). Dit is vooral gericht op transport. Zie ook beleidsprestatie 2-1-3 Duurzaam en efficiënt goederenvervoer.
Slimmere mobiliteit & digitalisering
- Samen met het Rijk, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag ( MRDH), Rijkswaterstaat, waterschappen en ruim 50 gemeenten nemen we deel aan het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata. Hierin brengen we de mobiliteitsgegevens in de regio op orde, zoals maximumsnelheden, werkzaamheden of brugopeningen. Zo kunnen gebruikers van wegen en vaarwegen hun navigatiesysteem goed gebruiken.
- We optimaliseren de app ‘Da's zo gefietst!’ in het programma Verbonden Fietsen. Dit doen we samen met zes andere provincies en het Rijk. Via de app kan een fietser eerder groen licht krijgen bij verkeerslichten. Ook kan een fietser sparen voor beloningen door vaker te fietsen. Zo moedigen we het fietsgebruik in de provincie aan en verzamelen we nuttige informatie over fietsgebruik.
- Binnen de openbaarvervoerconcessie Zuid-Holland Noord onderzoeken we of het openbaar vervoer voor een deel zelfstandig kan rijden op de weg en op busdepots. We werken hierbij samen met onze vervoerder. Zie beleidsprestatie 2.1.2 Adequaat en duurzaam aanbod openbaar vervoer.
- We nemen deel aan het Europese onderzoeksproject Synchromode . We werken samen aan het ontwikkelen van innovatieve digitale applicaties. Zo kunnen we wegwerkzaamheden beter plannen en kunnen we het verkeer beter begeleiden bij grote evenementen of rond publiekstrekkers zoals de Keukenhof.
- We delen actief kennis over slimme mobiliteitsoplossingen. Dat doen we bijvoorbeeld door mee te werken aan landelijke verkenningen, werkgroepen, proefprojecten en bijeenkomsten.
Stimuleren bewust mobiliteitsgedrag
- In 2026 gaan we verder met de samenwerkingsorganisatie Zuid-Holland Bereikbaar (ZHB). Hierin werken we samen met het Rijk, ProRail, MRDH, gemeente Rotterdam, gemeente Den Haag en Havenbedrijf Rotterdam. Het doel is om hinder zo veel mogelijk te verminderen bij (onderhouds)werkzaamheden aan infrastructuur. We willen dat reizigers bewuster nadenken over hoe ze reizen tijdens werkzaamheden en erna. Dit doen we door via ZHB:
- We plannen werkzaamheden op regioniveau in. Per regio nemen we maatregelen die passen bij de verkeershinder die we verwachten.
- We houden reizigers en inwoners van Zuid-Holland op de hoogte van werkzaamheden in de provincie. We vragen aandacht voor (hun rol bij) het beperken van hinder. We zorgen dat de communicatie herkenbaar is en aanzet tot gedragsverandering.
- We werken samen met andere wegbeheerders aan verkeersmanagement. We begeleiden verkeersstromen zo goed en zo veilig mogelijk. Dit doen wij altijd, niet alleen bij verstoringen en werkzaamheden.
- We gebruiken werkzaamheden als een kans om reisgedrag te veranderen. We willen dat reizigers ook na de werkzaamheden op een andere, duurzamer manier reizen.
- We helpen bedrijven met een werkgeversaanpak. Doel is om hun werknemers duurzamer te laten reizen. Dit doen we op basis van onderzoek naar reisgedrag.
- Via ZHB stemmen we de renovatie van Papendrechtse brug in de Rijksweg N3 af. We dringen bij Rijkswaterstaat aan op extra maatregelen om de overlast van de werkzaamheden voor alle gebruikers van de brug te beperken. Denk aan het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer. We vragen Rijkswaterstaat om te kijken of fietsers de Baanhoekbrug kunnen gebruiken. En we zetten ons in voor het vinden van oplossingen die bijdragen aan de bereikbaarheid (Motie 1759).
Vaker en verder fietsen door meer mensen
- We delen kennis met gemeenten en stellen fietsgegevens beschikbaar. Op basis van die gegevens kunnen gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en regio’s hun voetgangers- en fietsbeleid ontwikkelen. Zo kunnen alle partijen lopen en fietsen veiliger maken. We toetsen ruimtelijke plannen via de Mobiliteitstoets (zie Bereikbaarheid door nabijheid).
- In 2026 leggen we nieuw fietsbeleid tot 2040 voor aan Provinciale Staten.
- Samen met alle regio’s in Zuid-Holland werken we verder aan het netwerk van doorfietsroutes. In het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur staan de projecten in de verkenning- en uitvoeringsfase. Zie beleidsprestaties 2-1-4 en 2-1-5.
Veilig gedrag in het verkeer
- We gaan verder met de acties uit het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Zuid-Holland 2021-2030 (UPV 2021-2030) . Dit doen we samen met het Rijk, de MRDH, onze 6 bestuurlijke regio’s, de gemeenten, waterschappen, politie, het Openbaar Ministerie, het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid (ROV Zuid-Holland) en andere partners zoals ANWB, Fietsbond en Veilig Verkeer Nederland. In 2026 evalueren we het Uitvoeringsprogramma 2021-2030. Dat doen we met hulp van externe partijen.
- We ondersteunen het verkeersonderwijs en ontwikkelen programma’s voor gedragsbeïnvloeding. Dat doen we met het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland We zetten landelijke voorlichtingscampagnes om voor regionaal gebruik en we delen kennis en ervaringen over gedragsbeïnvloeding in het verkeer. In 2026 hebben we extra aandacht voor het gedrag van jongeren en jongvolwassenen in het verkeer. Ook wordt het programma SCHOOL op SEEF voor het basisonderwijs geactualiseerd en waar mogelijk verbeterd. Verder wordt het Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeersveiligheid (PROV) uitgevoerd. Dit onderzoek laat het (zelf gerapporteerde) verkeersgedrag in Zuid-Holland zien.
- We nemen deel aan Regionale Platforms Verkeersveiligheid (RPV’s). Hier delen we kennis en werken we samen met gemeentes en andere partners om de verkeersveiligheid te vergroten.
- We organiseren bijeenkomsten voor externe partijen over verkeersveiligheid. Zo stimuleren we kennisuitwisseling. Samen kijken we met welke concrete maatregelen het verkeer veiliger wordt.
- Wij overleggen regelmatig met politie en Openbaar Ministerie over gerichte handhaving op snelheid, rijden onder invloed en afleiding in het verkeer.
- Wij zorgen dat andere overheden onze onderzoeken en gegevens kunnen gebruiken. Op basis daarvan kunnen ze gerichte maatregelen nemen om de verkeersveiligheid op bepaalde locaties te verbeteren en om verkeersveilig gedrag stimuleren.
- We ondersteunen bijeenkomsten voor lokale overheden waar deelnemers kennis delen over veilige wegen binnen de bebouwde kom.
- Wij werken aan veilige provinciale wegen. Met subsidies dragen we bij aan veilige gemeentelijke wegen in heel Zuid-Holland. De projecten zijn onderdeel van het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur. Zie beleidsprestaties 2-1-4 en 2-1-5.
Bevorderen Lopen
We werken aan verkeersveiligheid voor voetgangers en aan goede looproutes naar bushaltes. We zorgen voor een betere oversteek van snelwegen, waterwegen en spoorlijnen met als basis het Nationaal Masterplan Lopen .
Beleidsprestatie 2-1-2 Adequaat en duurzaam aanbod openbaar vervoer
Wat willen we bereiken?
De provincie wil een gezonde, sociale en duurzame leefomgeving voor haar inwoners met vitale en goed bereikbare steden en dorpscentra waar het fijn werken, wonen, recreëren is. Zuid-Holland streeft naar een toekomstbestendig Zuid-Holland met goed openbaar vervoer.
De provincie realiseert, samen met de MRDH, een adequaat aanbod van Openbaar Vervoer zonder uitstoot van schadelijke stoffen zoals CO 2 , stikstof en fijnstof in het vervoergebied van de provincie Zuid-Holland. Het moet snel, betrouwbaar en beschikbaar zijn en is daarmee waar mogelijk een volwaardig alternatief voor de auto. De provincie wil dat dit snel, frequent, betrouwbaar, beschikbaar en betaalbaar is en samen met lopen, de fiets en deelvervoer een reis van deur tot deur mogelijk maakt.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
- We werken samen met gemeenten, de MRDH, de verschillende regio’s en het Rijk aan voorstellen om het hoofdrailnet te verbeteren. We zijn geen bevoegd gezag voor het hoofdrailnet. Maar we willen wel een betrouwbaar systeem met sprinters en intercity’s die vaak rijden en met nieuwe stations. Dit is onder meer heel belangrijk voor de woningbouwopgave. Via het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) werkt de provincie mee aan verschillende projecten van anderen. De infrastructuurprojecten zijn onderdeel van beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding (provinciale) infrastructuurprojecten en bijdragen aan projecten van anderen.
- We sluiten aan bij bestaande lobbytrajecten en initiatieven voor goede, snelle en betaalbare internationale treinverbindingen met andere Europese steden. Het doel is dat de trein de eerste keuze wordt bij reizen tot 750 km.
Deelmobiliteit & publiek vervoer
- We stimuleren het gebruik van deelfietsen. Dat doen we door afspraken te maken met de vervoerders en door subsidies. We moedigen het gebruik van deelfietsen aan bij de belangrijkere openbaarvervoerhaltes. Met de deelfietsen willen we bestemmingen die 1 tot 3 kilometer van de halte liggen, beter bereikbaar maken met het openbaar vervoer. Sinds 2025 zijn er deelfietsen in meer dan de helft van de Zuid-Hollandse gemeenten. In 2026 willen we het aantal ritten laten groeien en het aantal mensen dat gebruik maakt van deelfietsen. We praten met het Rijk over deelmobiliteit. Dat betekent het delen van vervoersmiddelen zoals fietsen. We willen dat het delen van vervoersmiddelen juridisch en beleidsmatig onderdeel kan worden van toekomstige concessies (Motie 1740).
- We onderzoeken in 2026 hoe we een lijndienst kunnen combineren met vervoer op afroep. Hiervoor overleggen we met reizigers en ondernemers. We voeren een proefproject uit in de Drechtsteden waarbij we openbaar vervoer combineren met doelgroepenvervoer zoals de bestelbuzz en de deur-halte taxi. Dit doen we samen met het Rijk en de gemeenten. Het doel is om het openbaar vervoer en de dienstverlening te verbeteren binnen het budget dat beschikbaar is. Op basis van de eerste resultaten kijken we of we op meer plekken kunnen starten met dit initiatief.
Goed en schoon regionaal openbaar vervoer
- In 2026 werken we de Visie op Openbaar Vervoer uit.
- In drie concessies, waaronder de nieuwe concessie Hoeksche Waard-Goeree-Overflakkee, zorgen we ervoor dat er meer bussen rijden. Met de Bikkergelden die we van het Rijk hebben gekregen voor de verbetering van het openbaar vervoer laten we vaker treinen rijden op de MerwedeLingelijn in de daluren. En we laten meer bussen rijden in de concessie Drechtsteden, Molenlanden, Gorinchem.
- In 2026 worden de nieuwe treinen voor de MerwedeLingelijn gebouwd. De eerste treinen worden in 2027 geleverd. Samen met ProRail zorgen we ervoor dat er langere perrons komen, een nieuw opstelterrein en uitbreiding van de energievoorziening.
- In 2026 verbeteren we het proefproject met gratis OV voor minima waar mogelijk. Met het project laten we mensen met een laag inkomen die in onze concessiegebieden wonen, gratis met het ov reizen in de daluren.
- We passen het tarievenkader aan vanwege de invoering van OVpay. Dat is het betalen met een bankpas in het openbaar vervoer. Met de aanpassing willen we een zo aantrekkelijk mogelijk tarief maken voor reizigers. In 2026 willen we een voorstel aan Provinciale Staten (PS) voorleggen over de toekomst van de Waterbus. De Waterbus vult het netwerk van openbaar vervoer aan waar geen bruggen en tunnels zijn. We willen het aanbod zo goed mogelijk laten passen bij wensen van de reiziger. En we willen de bedrijfsvoering verbeteren.
- Voor het veer Maassluis-Rozenburg starten we in 2026 met de voorbereiding voor de bouw van een nieuwe veerpont en de nieuwe exploitatieperiode. Dit is afhankelijk van besluitvorming in PS. We houden hierbij rekening met het landbouwverkeer. We voeren hierover gesprekken met Rijkswaterstaat en zoeken passende oplossingen waar dat nodig is (Motie 1758).
Beleidsprestatie 2-1-3 Duurzaam en efficiënt goederenvervoer
Wat willen we bereiken?
Het vervoer van goederen dient zo efficiënt en schoon mogelijk plaats te vinden en bij te dragen aan de bereikbaarheid, economische ontwikkeling en leefbaarheid. Daarbij vindt de provincie het benutten van de verschillende modaliteiten weg, water, spoor en buisleidingen van groot belang. De provincie streeft naar een bewuste keuze en stimuleert meer vervoer per spoor en vervoer over water. En ook schoon vervoer zonder onnodige emissies. De provincie kijkt hierbij ook grensoverschrijdend naar internationale goederencorridors.
De provincie wil vervoersmodaliteiten en goederenstromen in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen organiseren en uitwerken, van stedelijke en regionale distributie tot multimodale (inter-) nationale goederencorridors.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
Inzet op digitalisering
Digitalisering speelt een belangrijke rol bij het efficiënter organiseren van vervoersstromen. Dankzij digitalisering kan er effectiever gebruik worden gemaakt van voorzieningen zoals truckparkeerplaatsen, snellaadpunten voor trucks en andere faciliteiten. Het laat zien hoe vervoersstromen lopen. Op basis daarvan stimuleren we partijen om gepaste maatregelen te nemen om die vervoersstromen efficiënter te maken. Hiermee zorgt de provincie voor minder onnodige vervoersbewegingen, minder brandstofgebruik en minder uitstoot van schadelijke stoffen. De provincie is onder andere betrokken bij de volgende initiatieven:
- In het programma Connected Transport Corridors werken we aan digitale maatregelen voor de transportsector. Dit doen we samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, andere wegbeheerders, vervoerder en verladers. Of we zorgen dat informatie beschikbaar is over beschikbare parkeerplaatsen voor vrachtwagens en over wachtrijen bij overslagterminals in de haven. Als provincie nemen we initiatief om vrachtwagens met verse producten tussen de Greenport West-Holland en de Rotterdamse haven op kruispunten voorrang te verlenen met slimme verkeerslichten (iVRI's).
- We werken mee aan initiatieven voor digitalisering van de binnenvaart en voor het vervoer van verse producten. Samen met partners:
- betalen we mee aan een applicatie die de beschikbaarheid van ligplaatsen laat zien.
- wijzen we locaties aan waar software voor efficiëntere afwikkeling van containers getest kan worden.
- zorgen we dat internationale vers-treinen snel de grenzen kunnen passeren zonder administratieve vertragingen.
- Samen met de Rotterdamse haven werken we aan het digitaliseren van vrachtbrieven. Met digitale vrachtbrieven kan de overslag van internationale transporten in de haven soepeler verlopen.
- Samen met andere provincie en met infrabeheerder ProRail werken we aan het project Indigo +. Doel van het project is om goederenwagons sneller te laten vertrekken door het digitaliseren van de startprocedures.
- Met andere provincies en de havenbedrijven kijken we of kunstmatige intelligentie (AI) gebruikt kan worden bij goederenvervoer en de logistiek. Dat kan sneller, betrouwbaarder en efficiënter vervoer opleveren.
Modal shift, regionale hubs en zero emissie
- We werken samen met internationale overheden en marktpartijen aan het project Fresh on Track . Samen zorgen we voor de benodigde financiering en ruimte op het spoor om transport van verse producten over het spoor mogelijk te maken en te stimuleren. Zo gaat de lading van de weg naar het spoor (modal shift). Dat zorgt voor minder drukte op de weg en voor minder uitstoot van schadelijke stoffen.
- We onderzoeken of er een overslaglocatie kan komen in Hoek van Holland (kade StenaLine ) zodat lading van de weg naar het water gaat (modal shift). We kijken ook of op de langere termijn het spoor van de Hoekse Lijn gebruikt kan worden om ‘s nachts goederen te vervoeren (Amendement 916).
- We maken afspraken met verladers en vervoerders om lading te bundelen en waar mogelijk niet te vervoeren via de weg maar over water of spoor.
- We stimuleren elektrisch varen, zowel in een stad als regionaal en nationaal). In 2026 stimuleren we de toevoeging van een elektromotor aan bestaande schepen en de benodigde laadinfrastructuur om accu’s op te laden. Dat doen we met subsidies. We ondersteunen ook het fijnmazige netwerk van elektrische duwbak/duwboot-combinaties via het concept van Metropolitan Hub Systems (MHS).
- Via MoVe (Mobiliteit en Verstedelijking) stimuleren we efficiëntere distributie van afval- en bouwlogistiek binnen stedelijk gebied. Dit houdt de binnensteden bereikbaar en leefbaar.
Versterken en veilig houden van goederencorridors
- We werken samen met andere partijen aan efficiënt en effectief goederenvervoer en vervoer per binnenvaart. Waar het mogelijk is, stimuleren we vervoer zonder uitstoot van emissies. Dit verbeteren van vervoer doen we op provinciaal, nationaal en internationaal niveau op de goederencorridors waar Zuid-Holland onderdeel van is. Dat zijn de trajecten waarop goederen worden vervoerd: corridor Oost/Zuid Oost (Rotterdam-Nijmegen/Arnhem-Venlo) en corridor Zuid (Amsterdam-Rotterdam-Terneuzen/Vlissingen). Het is belangrijk voor onder andere de haven van Rotterdam, Greenport West-Holland en de industrie. Maar ook voor de bereikbaarheid, de totale economische ontwikkeling en de leefbaarheid in Zuid-Holland.
- Voor de corridor Oost/Zuid Oost werken we samen met het Rijk en Havenbedrijf Rotterdam aan het realisatiepact Rotterdam en omstreken . Ook maken we samen met vijf andere Nederlandse provincies en NordRhein-Westfalen in 2026 een plan van aanpak voor het stimuleren van mobiliteit en de verduurzaming van de binnenvaart in het bijzonder.
- Voor de corridor Zuid willen we samen met Vlaanderen verbeteringen doorvoeren bij terminals, bij autonoom varen bij het delen van informatie over wegwerkzaamheden.
- We onderzoeken samen met de noordelijke provincies de kansen om een noordelijke goederenvervoerverbinding te ontwikkelen. Deze verbinding moet aansluiten op de Europese verbinding naar Berlijn en wordt onderdeel van het Trans Europese Transport Netwerk (TEN-T).
- We stimuleren het gebruik van Europese transportroutes, in het bijzonder via de European Grouping of Territoral Coöperation (EGTC ) . We zijn vicevoorzitter van EGTC.
- We werken op provinciaal en nationaal niveau aan het realiseren van veilige parkeerplaatsen voor vrachtwagens en de benodigde faciliteiten voor chauffeurs (Moties 1428 en 1686).
Beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding provinciale infrastructuurprojecten en -subsidies (PZI)
Wat willen we bereiken?
Om ervoor te zorgen dat de provincie Zuid-Holland voor iedereen bereikbaar is en blijft op een duurzame en veilige manier legt de provincie ook nieuwe provinciale infrastructuur aan en verbetert bestaande provinciale infrastructuur. Of een infrastructurele ingreep passend en nodig is wordt bepaald door onderzoek te doen naar oorzaken en mogelijk maatregelen. Hierbij wordt integraal gekeken of lopen, fietsen, OV en deelvervoer ook een bijdrage aan de oplossing kunnen leveren. Daarnaast draagt de provincie bij aan projecten van anderen door middel van advisering en/of een financiële bijdrage. Verkeersveiligheid en duurzaamheid zijn standaard elementen in de voorbereiding van projecten.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
We bereiden verschillende provinciale projecten voor om infrastructuur aan te leggen en te verbeteren. Het gaat niet om beheer en onderhoud of om vervanging van bestaande infrastructuur (zie daarvoor beleidsprestatie 2-2-1 Beheer en onderhoud: op orde en duurzaam). Met deze projecten verbeteren we de bereikbaarheid en verkeersveiligheid en maken we ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. We dragen inhoudelijk en financieel bij aan projecten van andere overheden als deze onze infrastructuur of doelstellingen raken. In de voorbereiding van projecten letten we goed op de verkeersveiligheid. Hier toetsen we ook op bij subsidieaanvragen.
In het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) staat meer informatie over infrastructurele projecten vooraanleg en verbetering) waar we als provincie aan meebetalen. Hieronder staat een korte samenvatting van projecten die we voorbereiden. Voor een totaaloverzicht van projecten verwijzen we naar het PZI 2026-2040. Hierin staan de initiatief- en verkenningsfase. Samen vormen zij de voorbereidingsfase. Het PZI 2026-2040 is een bijlage bij de Begroting 2026.
Bijdragen aan (infrastructuur)projecten van anderen
- We dragen bij aan de planuitwerking voor verbeteringen aan de Algerabrug tussen Krimpen aan de IJssel en Capelle aan de IJssel. We spreken met de gemeente af wanneer zij subsidie aanvragen voor de afgesproken maatregelen. De maatregelen kunnen binnenkort worden uitgevoerd.
- We dragen financieel bij aan de bereikbaarheid per fiets van het Central Innovation District (CID) en Binckhorst in Den Haag. Dit is onderdeel van het programma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe).
- We stimuleren dat mensen de fiets pakken door financieel bij te dragen aan projecten van andere wegbeheerders. Ook kijken we naar mogelijke maatregelen voor onze eigen provinciale fietspaden. Het overgrote deel van de fietsinfrastructuur wordt niet beheerd door de provincie maar doorandere wegbeheerders. Als dat nodig is, ondersteunen we de subsidieontvangers bij de uitvoering van hun project. De basis hiervoor is de Uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’ . In het PZI 2026-2040 staan de projecten die wij onderzoeken en waarvoor we subsidie gaan verlenen of hebben verleend. Tussen haakjes staat daarachter het jaar van oplevering. Enkele voorbeelden zijn:
- De doorfietsroute Rotterdam-Gouda en Sliedrecht-Gorinchem (subsidieverlening verwacht in 2026).
- De fietsroutes Naaldwijk-Rotterdam en de route tussen het Oeverbos en de Krabbeplas tussen Maassluis en Vlaardingen (subsidievaststelling in 2026).
- De fietspaden langs de N208 aan de noordkant van Lisse en de N444 ter hoogte van Warmond (eigen projecten in voorbereiding).
- We besluiten in 2026 over subsidies voor fietsmaatregelen die afgesproken zijn in de startnotitie Mobiliteitsaanpak Noordelijke Duin- en Bollenstreek en Haarlemmermeer. Daarin staat ook dat we bijdragen aan het gemeentelijke project verbinding N206-N207 (aftakking station Hillegom). Dit project is in de initiatieffase.
- We geven subsidies aan gemeenten en waterschappen voor het verbeteren van de bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Per regio stellen we elk jaar een bedrag beschikbaar. De regio’s dienen hiervoor plannen in. Wij toetsen na het indienen wat het effect is van die plannen op verkeersveiligheid, op openbaar vervoer, op de bereikbaarheid per fiets en de auto én op ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningbouw.
- We gaan in 2026 door met de verkenning Realisatiepact Rotterdam. We kijken naar de ruimtelijke aanpassingen die nodig zijn voor het verbeteren van treinverbindingen voor goederenvervoer en voor vernieuwende los- en laadsystemen. Ook werken we samen met partijen zoals het Havenbedrijf aan de aanleg van containerpleinen (depots), reefer hubs (verzamelpunten voor gekoelde containers) en laadinfrastructuur. Tegelijk met het werk aan de verkenning nemen we in 2026 uitvoeringsbesluiten over bijdragen aan concrete maatregelen.
- We leveren inhoudelijke kennis aan Rijksinfrastructuurprojecten zoals:
We kijken naar de effecten van deze projecten op bijvoorbeeld het provinciale wegennet, het milieu, de leefomgeving en de ruimtelijke ontwikkelingen. Omdat het Rijk de A4 Haaglanden-N14, de A4 Burgerveen-N14, de A15 Papendrecht Gorinchem en de A16 Van Brienenoordcorridor heeft gepauzeerd, overleggen we als regio met het Rijk over de gevolgen en over andere maatregelen die mogelijk zijn.
Voorbereiding aanleg en verbetering van provinciale infrastructuur
- Binnen het programma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) werken we samen met andere partijen aan maatregelen om de bereikbaarheid te verbeteren op Voorne Putten / Haven Rotterdam en in het Westland . In 2026 werken we ook mee aan de MIRT-verkenning Oude Lijn . Deze MIRT-verkenning bestaat uit de verkenningen naar de Spoorzone Leiden Centraal en Dordrecht en Bus Rapid Transit Leiden – Zoetermeer. Voor dit laatste project nemen we een uitvoeringsbesluit voor een aantal infrastructurele maatregelen.
- Voor het Uitvoerings- en investeringsprogramma ‘Doorstroming openbaar vervoer’ nemen we in 2026 een uitvoeringsbesluit over de maatregelen met de meeste kans van slagen. Daar dragen we aan bij.
- We praten met de regionale overheden over de Mobiliteitsaanpak Noordelijke Duin- en Bollenstreek. Op basis daarvan bepalen we of de volgende fase kan starten. Dit doen we aan de hand van de uitkomsten van het initiatiefproject verbindingsweg N208 – A44, ten zuiden van Lisse. Zie ook de maatregel ‘Bijdragen aan (infrastructuur)projecten van anderen’.
- In 2026 ronden we de verkenningsfase voor het project Bereikbaarheid Vijfde Dorp (Zuidplas) af. We willen een uitvoeringsbesluit nemen voor de eerste maatregelen aan provinciale wegen.
- We werken het Actieplan Geluid verder uit. We bepalen of en waar geluidsschermen langs provinciale wegen de geluidsoverlast kunnen verminderen. We kijken naar nut en of de schermen technisch en financieel haalbaar zijn.
Beleidsprestatie 2-1-5 Realisatie provinciale infrastructuurprojecten (PZI)
Wat willen we bereiken?
Om de bereikbaarheid op peil te houden legt de provincie ook nieuwe infrastructuur aan of verbetert bestaande infrastructuur. Deze projecten worden gerealiseerd op basis van een besluit waarin de inhoudelijke scope, planning en het financieel kader zijn vastgelegd.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
- We voeren verschillende provinciale projecten uit waarbij nieuwe infrastructuur wordt aangelegd of bestaande infrastructuur wordt verbeterd. De basis voor deze projecten ligt in Beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding provinciale infrastructuurprojecten en infrastructuursubsidies (PZI).
- Bij de aanleg en verbetering van infrastructuur letten we altijd op verkeersveiligheid . Daarom heeft de provincie maar een beperkt aantal projecten waarbij alleen de verkeersveiligheid wordt verbeterd. Bij verbeteringen aan bestaande infrastructuur en bij de aanleg van nieuwe infrastructuur gebruiken we de landelijke richtlijnen voor een veilige weginrichting.
- Voor een compleet overzicht van projecten in de uitvoeringsfase verwijzen we naar het PZI 2026-2040 (bijlage bij de begroting 2026).
Realisatie aanleg en verbetering van provinciale infrastructuur
- We verbeteren de bestaande fietsinfrastructuur en stimuleren zo dat mensen de fiets gebruiken. De Uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’ is de basis voor de verbeteringen. We voeren projecten uit aan de eigen provinciale fietsinfrastructuur, zoals de doorfietsroute Rotterdam-Zoetermeer en de fietstunnel in Lisse. Ook vervangen we de tegels op fietspaden in Westland door asfalt.
- We ronden het eerste deel van het Halteverbeterplan 2022-2030 af. Dit zijn de relatief eenvoudige maatregelen. We werken verder aan de uitvoering van de meer complexere maatregelen, inclusief de Parkeer- en Reisvoorziening op de Algeracorridor Algerabrug tussen Krimpen aan de IJssel en Capelle aan de IJssel.
- We gaan door met de realisatie van een aantal Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) verbindingen, zoals:
- HOV Hoeksche Waard Goeree Overflakkee (waaronder Rotterdam – Oud-Beijerland)
- HOV Drechtsteden Molenlanden Gorinchem fase 2 en 3
- HOV Noordwijk – Schiphol
- HOV Leiden CS -Katwijk - Noordwijk.
- We starten of gaan verder met de uitvoering van onder andere de:
- N207 Zuid (realisatiebesluit en aanbesteding na besluit PS over Provinciaal Inpassingplan)
- Kruising N214/N216 en Verkeersveiligheidsmaatregelen traject N214 A en B (planuitwerking)
- RijnlandRoute (Europaweg)
- N211 Wippolderlaan
- Verkeersveiligheidsmaatregelen traject N215 B en C
- Vervangen Steekterbrug
- Verbreding Delftse Schie
- Vervanging Concordiabrug (aanbesteding).
Beleidsprestatie 2-1-6 Duurzame, stille en nieuwe luchtvaart
Wat willen we bereiken?
De zogenaamde kleine- en recreatieve luchtvaart kan (geluid)overlast geven of tot verstoring van natuur leiden. De provincie gaat over de locaties waar luchtvaart mag starten en landen, met uitzondering van Rotterdam The Hague Airport, en de provincie kan daarvoor regels opstellen. De provincie gaat niet over waar en hoe er gevlogen wordt; dit valt onder de bevoegdheid van het Rijk.
De provincie wil hiernaast dat de overlast van Schiphol en Rotterdam The Hague Airport (RTHA) zoveel mogelijk beperkt wordt. Dit gaat om geluidhinder, uitstoot van (ultra)fijnstof, stikstof en CO2. Tegelijkertijd wil de provincie dat Schiphol zijn positie als belangrijke internationale luchthaven kan behouden en zijn netwerk van internationale verbindingen kan versterken. Voor RTHA wil de provincie dat de luchthaven zijn positie als zakelijke luchthaven kan behouden.
De provincie oefent invloed uit op de besluitvorming door de minister van Infrastructuur en Water- staat (I&W) en de Tweede Kamer over de toekomstige ontwikkeling van beide luchthavens. Voor Schiphol gaat dit via de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS; een samenwerkingsverband van vier provincies en een veertigtal gemeenten rondom Schiphol) en bij RTHA via de Bestuurlijke Regiegroep RTHA (BRR; een samenwerkingsverband van de provincie en drie gemeenten).
De provincie wil dat binnen de geluidcontouren rondom Schiphol en RTHA terughoudend wordt omgegaan met nieuwe woningbouw om nieuwe geluidgehinderden zoveel mogelijk te voorkomen. Echter binnen de regels wil de provincie dat kleinschalige woningbouw mogelijk moet kunnen zijn indien dit de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid ten goede komt. Daartoe heeft de provincie regels gesteld in de Omgevingsverordening.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
- We willen minder hinder door luchtvaart voor de inwoners van Zuid-Holland en we willen het aantal nachtvluchten terugdringen. Voor de provincie is de geluidsruimte van Rotterdam The Hague Airport (RTHA) zoals die nu is, ook de maximale geluidsruimte. We beoordelen het nieuwe Luchthavenbesluit voor de luchthaven. Het is de basis voor onze inspraakreactie hierop naar het Rijk.
- We evalueren het bestaande beleid voor kleine en recreatieve luchtvaart inclusief de beleidsregel Landen en Opstijgen (LEO). Dit is nodig vanwege de sterke groei van kleinschalige luchtvaart, zoals drones. Op basis hiervan stellen we een nieuwe luchtvaartvisie op. Hierbij kijken we ook naar de mogelijkheden van nieuwe technieken zoals van drones.
- We ontwikkelen nieuw beleid voor het inpassen en vergunnen van zogenaamde vertiports. Dat zijn kleine luchthavens waar drones kunnen opstijgen en landen. Bij de ontwikkeling van dit nieuwe beleid kijken we naar brede maatschappelijke effecten: bereikbaarheid, geluidsoverlast, economie, veiligheid, duurzaamheid, maatschappelijke toepassingen, ruimtelijke gevolgen, privacy en draagvlak.
- We gebruiken ons netwerk waar dat nuttig is om onze provinciale doelen te bereiken en op te komen voor onze belangen. Dit doen we bijvoorbeeld bij het beïnvloeden van nieuw landelijk beleid voor vraagstukken rond Schiphol en Rotterdam The Hague Airport (RTHA) en bij de inrichting van het luchtruim. Ook de ontwikkeling en invoering van nieuwe luchtvaart zoals drones valt hieronder.
- We onderzoeken de maatschappelijke en economische waarde van Rotterdam The Hague Airport (RTHA). Daarnaast bekijken we of locatie te gebruiken is voor eventuele andere functies.
- We voeren onze wettelijke taak uit voor de luchtvaart. Dit is het vaststellen van luchthavenregelingen of -besluiten en het verlenen van ontheffingen voor Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (TUG).
- Samen met het Rijk werken we aan de ontwikkeling van een toekomstig testgebied voor drones boven de Noordzee. De provincie is de initiatiefnemer. In 2026 verwachten we klaar te zijn met dit traject. Dit moet het mogelijk maken om vanaf Unmanned Valley vaker met drones te testen. Dit is een gebied op de voormalige vliegbasis Valkenburg waar nu bedrijven zijn die zich met droneontwikkeling bezighouden.
- In 2026 besluiten we over een mogelijk vervolg op het burgermeetnet RTHA dat we in 2025 evalueerden.