Het beleidsdoel Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid is vastgesteld in het omgevingsbeleid. De uitwerking van dit beleidsdoel vind je via deze link .
Beleidsprestatie 7-1-1 Luchtkwaliteit en verminderen geurhinder
Wat willen we bereiken?
De provincie zet zich in om de luchtkwaliteit te bevorderen en geurhinder te beperken met als doel de gezondheidsschade aan mensen en de schade aan de natuur te reduceren. De provincie streeft ernaar om in 2030 de in 2019 geldende WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit te behalen. De advieswaarden van de WHO vragen om een halvering van de wettelijke grenswaarde voor fijnstof. Om deze advieswaarde te behalen wordt samengewerkt met andere partijen om ook aan de wettelijke Europese luchtkwaliteitseisen te voldoen.
Om de luchtkwaliteitsdoelen te behalen heeft de provincie met haar partners het Schone Lucht Akkoord gesloten. In het akkoord staan maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Daarnaast worden provinciale maatregelen ter verbetering van luchtkwaliteit genomen en wordt het instrumentarium in het kader van Vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH) ingezet. Zo draagt de provincie bij aan een gezonde woon- en leefomgeving.
Het geurhinderbeleid is bedoeld om de geurhinder door bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag te beperken tot een acceptabel niveau.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
- We voeren het Schone Lucht Akkoord uit. Voor dit akkoord werkt de provincie samen met andere overheden en maatschappelijke partijen aan het verder verbeteren van de luchtkwaliteit zoals die nu is. Het Programma Luchtkwaliteit stimuleert om in 2030 de WHO-advieswaarden te bereiken zoals die golden in 2019.
- We doen onderzoek naar de uitstoot van ultrafijnstof.
- We adviseren bedrijven over hoe ze efficiënter en schoner kunnen vervoeren.
- Er zijn pieken in luchtverontreiniging door smog. Zoals afgesproken in het provinciale draaiboek Smog, onderneemt de provincie actie als deze pieken er zijn binnen Zuid-Holland.
Bronmaatregelen voor het beperken van Geurhinder
In het beleid over geurhinder staat hoeveel overlast van geur er maximaal mag zijn bij geurgevoelige gebouwen en locaties. Dat zijn plaatsen waar mensen wonen of verblijven, zoals woningen, ziekenhuizen, kinderopvang en scholen.
De provincie past dit beleid toe bij de vergunningverlening aan bedrijven die onder bevoegd gezag staan van de provincie.
Verbetering luchtkwaliteit
- We gaan door met ’scherp vergunnen’: de provincie verleent vergunningen voor milieubelastende activiteiten waarvoor de provincie het bevoegd gezag is. We willen de uitstoot door industriële activiteiten naar de lucht beperken. Daarom stelt de omgevingsdienst zo zwaar mogelijke eisen voor NO 2 en fijnstof. Dat gebeurt op basis van de rijksregelgeving en de Nederlandse Emissie Richtlijnen. Daarbij is het uitgangspunt om zo laag mogelijk bandbreedte te vergunnen in de best beschikbare technieken.
- We stimuleren gemeenten om zelf beleid te maken over luchtkwaliteit en dat uit te voeren.
- We laten inwoners zelf luchtkwaliteit meten. Dat doen we door meters beschikbaar te stellen en de inwoners te ondersteunen met community management (begeleiding en bijeenkomsten) en een digitaal gebruikersforum. Op deze manier willen we draagvlak krijgen voor het beleid, we willen lokaal druk zetten om met aanvullend beleid te komen en we willen inwoners zelf luchtkwaliteitsmaatregelen laten nemen.
- We brengen onze kennis over luchtkwaliteitsmaatregelen naar buiten. We organiseren kennisnetwerken voor gemeenten om kennis en ervaringen te delen. Dat doen we samen met de omgevingsdiensten en de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’s).
- We controleren de luchtkwaliteit. Dat doet de DCMR Milieudienst Rijnmond met het formele luchtmeetnet. De burgermetingen zijn een aanvulling op die resultaten.
- We adviseren het Rijk en de EU-commissie over het toepassen van de WHO-advieswaarden en over de aanpassing van de richtlijn luchtkwaliteit.
- In Alblasserdam komt een oplaadpunt voor elektrische scheepvaart. Dat realiseren we samen met het Zero Emission Services (ZES)-samenwerkingsverband.
- Varend ontgassen van benzeen en benzeenhoudende stoffen is verboden. Met het publiceren van het nationaal verbod richt de provincie zich vooral op het verlenen van vergunningen voor ontgassingsinstallaties.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
Wat willen we bereiken?
De belangrijkste provinciale verantwoordelijkheden voor geluidhinder concentreren zich op de provinciale infrastructuur, provinciale milieubelastende activiteiten, regionale luchthavens en stilte- gebieden. De inzet is gericht op het voorkomen en verminderen van geluidhinder door weg- (en rail) verkeer, luchtvaart en industrie (zonering en vergunningverlening) en het aanwijzen en beschermen van stiltegebieden. Maatschappelijk gewenste ontwikkelingen (op het gebied van bijvoorbeeld economie, verkeer en vervoer) moeten kunnen plaatsvinden terwijl tegelijkertijd de burger wordt beschermd tegen geluidhinder.
De provincie wil als bevoegd gezag voor kleine en recreatieve luchthavens milieurandvoorwaarden scheppen waarbinnen kan worden voldaan aan de maatschappelijke behoefte aan luchtvaart.
De werkwijze bij de vergunningverlening, toezicht en handhaving is uitgewerkt in de Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Voor nestgeluid afgemeerde schepen bevorderd de provincie dat dit wordt meegenomen bij nieuwe ontwikkelingen.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
- We voeren een nieuw Actieplan Geluid provinciale wegen 2024-2029 uit. Dat gebeurt op basis van daarvoor beschikbaar gestelde middelen.
- We zorgen ervoor dat omwonenden zelf geluidmetingen kunnen doen langs provinciale wegen. We stellen meetapparatuur beschikbaar voor metingen.
- We praten met omwonenden van provinciale wegen die last hebben van het geluid. We bespreken onder meer het verschil tussen het berekende geluidsniveau, het gemeten niveau en het geluid dat mensen ervaren. Zo kunnen we bepalen welke maatregelen kunnen helpen om de geluidhinder te verminderen.
- We onderzoeken hoe we mogelijke maatregelen kunnen financieren.
- We stellen geluidproductieplafonds langs provinciale wegen (Omgevingswet) op. Een geluidproductieplafond is een onder de Omgevingswet verplicht vast te stellen maximum voor brekend jaargemiddeld geluid.
- We houden de geluidproductieplafonds van provinciale wegen in de gaten.
- We maken een voorstel over geluidsanering van woningen langs provinciale wegen. Geluidsanering wil zeggen dat de voor 1986 gebouwde woningen langs provinciale wegen op basis van subsidie van het Bureau Sanering Verkeerslawaai (Rijksfonds) akoestisch verbeterd worden. Dat doen we op basis van wettelijk eisen (Omgevingswet). We willen het voorstel klaar hebben in het eerste kwartaal van 2026. Het voorstel wordt onderdeel van het beheer- en onderhoudsplan van de provincie.
- We zoeken naar evenwicht tussen industrie, woningbouw en gezonde leefomgeving. Geluid is daarvan een belangrijk onderdeel. Dat evenwicht zoeken we samen met de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam in het NOVEX-programma Havengeluid en Omgeving. . Op basis van dat programma stellen we samen vast wat we willen bereiken. We laten het bevoegd gezag (de gemeente Rotterdam) geluidsproductieplafonds opstellen.
- We stellen samen met de NOVEX-partners geluidbeleid op. Het doel is om de overgang van de industrie en activiteiten van bedrijven in de haven, gelijk te laten vallen met een beter leefklimaat en woningbouw rond de haven.
- We voeren het plan burgermeetnet geluid Rotterdam The Hague Airport (RTHA) uit.
- We blijven praten met ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) over geluidhinder van Schiphol en Rotterdam The Hague Airport (RTHA).
- Waar dat nodig is, plaatsen we borden om stiltegebieden aan te geven.
- We kijken of we de stiltegebieden kunnen controleren op feitelijke geluidbelasting: voldoen ze aan de streefwaarden uit de provinciale milieuverordening. Dat vraagt om metingen met stand-alone meetapparatuur.
- We nemen maatregelen bij woningen van voor 1986 langs provinciale wegen. Dat doen we op basis van wettelijke eisen (Omgevingswet). De maatregelen betalen we met de aangevraagde subsidie bij het Bureau Sanering Wegverkeerslawaai.
Beleidsprestatie 7-1-3 Externe veiligheid
Wat willen we bereiken?
Het doel is een veiliger Zuid-Holland door de risico’s van activiteiten met gevaarlijke stoffen te beperken. Dit doet de provincie door eisen te stellen aan dergelijke risicovolle activiteiten, te sturen op hun locatie, en te sturen op locaties waar (zeer) kwetsbare gebouwen gerealiseerd worden. Het minimaliseren van de kans dat grote groepen mensen slachtoffer worden van ongevallen met gevaarlijke stoffen staat hierbij centraal. Hiervoor maakt de provincie gebruik van het (berekende) groepsrisico en de in de verordening vastgestelde oriëntatiewaarde. Via de provinciale Omgevingsverordening bevordert de provincie zowel het clusteren en verantwoord combineren van risicovolle activiteiten, als het gebruik van veiligheid als ontwerpprincipe. Daarnaast richt de provincie zich met haar nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) op het reduceren van risico’s bij risicovolle bedrijven waar de provincie bevoegd gezag is.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
Interbestuurlijk overleg omgevingsveiligheid Zuid-Holland
- De provincie doet mee met de landelijke samenwerking in de meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid.
- De provincie werkt samen met gemeenten en andere provincies om het rijksbeleid te beïnvloeden. De provincie zet zich vooral in voor een veilig transport van gevaarlijke stoffen door dichtbevolkte gebieden en voor een veilige energietransitie. Dat doet de provincie met de andere provincies in het Interprovinciaal Overleg (IPO) door lobby te voeren en mee te werken aan landelijk beleid.
Inzichtelijke risicodata omgevingsveiligheid
De provincie is verplicht om basisinformatie over externe veiligheidsrisico’s te delen. Dat zijn risico’s die ontstaan tijdens de opslag, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast wil de provincie betrouwbare gegevens over de omgevingsveiligheidsrisico’s. Het gaat dan om extra informatie die niet valt onder de wettelijke eis op basis van de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Denk bijvoorbeeld aan informatie over aantallen bewoners in bepaalde gebieden en over kwetsbare gebouwen en locaties.
Omgevingsveiligheid als ontwerpvariabele bij nieuwe ontwikkelingen
- Met de nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) wil de provincie de risico’s verkleinen bij risicovolle bedrijven waar de provincie bevoegd gezag is.
- Met de Omgevingsverordening wil de provincie de kans dat grote groepen mensen slachtoffer kunnen worden als gevolg van aan ongeval met gevaarlijke stoffen verkleinen.
- De Omgevingswet is inwerking getreden, waardoor we met nieuw beleid werken. Dat betekent dat w e extra controleren of ons beleid oplevert wat we dachten. In de komende jaren zetten wij ons in voor externe veiligheid bij de energietransitie en de woningbouwopgave. Dat betekent dat we letten op nieuwe energietransitie ontwikkelingen in de woonomgeving.
Regie voeren op provinciale en bovengemeentelijke thema’s omgevingsveiligheid
- De provincie Zuid-Holland gebruikt haar netwerk, invloed en middenpositie om de juiste partijen binnen en buiten de overheid aan tafel te krijgen. Samen delen we informatie en kijken op welke thema's we gezamenlijk kunnen optrekken.
- Samen met partners zorgen we voor omgevingsveiligheid binnen NOVEX Rotterdamse Haven. Dat doen we door nieuwe ontwikkelingen te monitoren en waar nodig schrijven we extra beleid, zoals bijvoorbeeld bij grootschalige op- en overslag van ammoniak.
- De provincie vernieuwt het externe veiligheidsbeleid van Rotterdam The Hague Airport.
Verkenning naar transities met een impact op omgevingsveiligheid
- We onderzoeken of er nieuwe risico’s zijn bij de energietransitie. Als die er zijn, zorgen we dat we mogelijke maatregelen afspreken.
- We onderzoeken of de geplande woningbouwopgave de veiligheid van de inwoners verandert. We inventariseren de risicobronnen en de samenhang met de woningbouwopgave. Dat zijn onder andere transportassen en bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen.
- We onderzoeken of de versnippering van (regionale) bedrijventerreinen invloed heeft op de externe veiligheid.
Visieontwikkeling op bestaande combinaties tussen risicobron en zeer kwetsbare gebouwen
De Omgevingswet heeft nieuwe regels voor nieuwe, zeer kwetsbare gebouwen die binnen aandachtsgebieden liggen. Er liggen ook bestaande, zeer kwetsbare gebouwen binnen aandachtgebieden. Daar gelden de nieuwe regels niet voor. De provincie bekijkt in 2026 of een visie op bestaande combinaties nog nodig is; hier ligt geen taak voor de provincie.
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteit bodem- en grondwatersysteem
Wat willen we bereiken?
De provincie bevordert het duurzaam beschermen, benutten en beheren van de bodem & de onder- grond, zowel door middel van haar eigen beleid als door het beïnvloeden van dat van andere overheden. Het gaat hier om het beschermen en beheren van de kwaliteit van het bodem-grondwatersysteem in relatie tot het verantwoord aanbrengen, beheren en afbouwen van functies in de ondergrond. De provincie zet voor deze beleidskeuze in op:
- Het optimaal benutten en beheren van bodem en ondergrond
- Het beschermen en beheren van het bodem- en grondwatersysteem
- De nazorg van stortplaatsen in het kader van de Wet Milieubeheer
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
Beschermen en beheren van het bodem- en grondwatersysteem
- We voeren het Overgangsrecht bodem uit. Dan doen we door mandaten en opdrachten te verlenen aan de 5 omgevingsdiensten. Zij stellen elk jaar een Werkplan Spoed en Nazorg op. Hierin staat onder meer welke maatregelen zij nemen om verontreinigde locaties aan te pakken.
- In 2030 zijn alle spoed- en nazorglocaties in Zuid-Holland afgerond en/of beheerst. Beheerst wil zeggen dat de aanwezige bodemverontreinigingen geen actueel risico opleveren
- We inventariseren locaties die zijn verontreinigd met PFAS. Als dat nodig is, nemen we (tijdelijke beheers) maatregelen.
- We voeren de maatregelen uit die in het waterprogramma voor verbetering van de grondwaterkwaliteit staan.
- We werken met andere overheden samen op de thema’s diffuse verontreinigingen (dat zijn PFAS en lood) en Zeer Zorgwekkende Stoffen. Het doel is om de uitstoot van deze stoffen te verminderen. Als dat nodig is, nemen we maatregelen om de risico`s te verkleinen.
- We investeren in de kennisinfrastructuur bodem en ondergrond. Doel hiervan is het uitwisselen van bestaande bodem kennis tussen alle regionale partijen in Zuid-Holland en het initiëren van gezamenlijke kennisprojecten in Zuid-Holland.
Nazorg stortplaatsen in het kader van de Wet Milieubeheer
- We leggen nazorgheffingen op aan exploitanten van stortplaatsen. Dit doen we om de nazorgkosten na sluiting van de stortplaats te bestrijden. We beheren dit geld in het Fonds Nazorg. Dat heeft jaarlijks een eigen begroting.
- We sluiten stortplaatsen en voeren nazorg uit. Dat houdt onder meer in monitoren, uitvoeren van beheer en vervanging van voorzieningen van de gesloten stortplaats. Zo voorkomen we verontreiniging van de omgeving door gesloten stortplaatsen
- We voeren VTH-taken uit bij activiteiten op en bij gesloten stortplaatsen. Daarmee beschermen we nazorgvoorzieningen en de uitvoering van de nazorg. Zo voorkomen we negatieve invloed door activiteiten op de nazorg.
Optimaal benutten en beheren van de bodem en ondergrond
- We stimuleren gemeenten om bodemenergieplannen te laten maken Deze plannen gaan vooral over het gebruik van warmte-koudeopslag.
- Het adviseren op aanvragen uit de Mijnbouwwet aan het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Het gaat om vergunningaanvragen over aardwarmte, gas- en oliewinning. De provincie beoordeelt de vergunningen onder meer op de gevolgen voor de grondwaterkwaliteit en -kwantiteit.
- De provincie wil samen met andere overheden 4D-Ordening onderdeel maken van alle relevante ruimtelijke planvorming en gebiedsontwikkeling in Zuid-Holland. 4D-Ordening verwijst daarbij naar het (natuurlijk) water- en bodemsysteem in vier dimensies. Naast de drie ruimtelijke dimensies (lengte, breedte en diepte) onder onze voeten (3D-Ordening) is ook de vierde dimensie tijd van belang.
- We beheren de waarden van de ondergrond (ecologisch, archeologisch, cultuurhistorisch, aardkundige en landschappelijk) op een duurzame manier. We onderzoeken in 2025/2026 hoe we de waarden beter kunnen benutten en beschermen.
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH) van milieuwetgeving
Wat willen we bereiken?
Bedrijven in Zuid-Holland behoren tot de meest innovatieve ter wereld en zijn belangrijk voor werkgelegenheid, maar moeten ook veilig zijn met zo min mogelijk uitstoot van gevaarlijke stoffen om zo een gezonde en veilige leefomgeving te bevorderen. Hiervoor worden de instrumenten vergunningverlening, toezicht en handhaving ingezet om voor een goede milieukwaliteit (luchtkwaliteit, bodem, geluid en externe veiligheid) binnen het wettelijk kader te zorgen. De uitvoering van deze provinciale taken gebeurt door vijf Zuid Hollandse Omgevingsdiensten. Daar waar dat noodzakelijk is, pakken we als provincie zelf de regie om hier sturing aan te geven en nieuw beleid te ontwikkelen. Zo kan VTH-instrument via het stellen van aangescherpte voorwaarden of door ruimte te scheppen voor experimenten op verantwoorde wijze ingezet worden voor gewenste transities richting een duurzamer energiebeleid en circulaire economie.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
- Met Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) zorgen we dat bedrijven en activiteiten die onder bevoegd gezag van Gedeputeerde Staten (GS) vallen, zich aan de wet houden. Als we VTH gebruiken, letten we op of de maatregelen de beleidsambities van de provincie steunen. Denk bijvoorbeeld aan verduurzaming van de industrie in Zuid-Holland, energietransitie, circulaire economie en het Schone Lucht Akkoord. Zo werken we samen met omgevingsdiensten aan een gezamenlijk programma Circulaire economie voor 2026. De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2024-2027 geeft richtlijnen hoe VTH te gebruiken voor een veilige en gezonde leefomgeving. Dit doen we vooral bij luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen).
- De omgevingsdiensten voeren de VTH-taken uit. De provincie controleert die uitvoering en stuurt bij als dat nodig is. We bespreken ook wat er nodig is om die taken goed uit te voeren. Als blijkt dat er meer budget nodig is om de taken goed uit te voeren, doen we hiervoor voorstellen in de begrotingscyclus van de provincie.
- Als het nodig is, gaan we bij handhaving over tot verscherpt toezicht. Dit verscherpt toezicht blijft van kracht tot het bedrijf de verbeteringen heeft doorgevoerd die nodig zijn. We hebben veel aandacht voor Chemours als producent van onder meer PFAS. Dat heeft impact op de maatschappij en op de wettelijk vraagstukken die er spelen. Daarom maken we hier al een paar jaar capaciteit voor vrij. Tijdens het debat over Chemours op 20 september 2023 zijn moties aangenomen en is een aantal toezeggingen gedaan. Dit werken we verder uit volgens het behandelvoorstel van 19 december 2023 (PZH-2023-845378735). We informeren Provinciale Staten (PS) 2 keer per jaar over de voortgang van de uitvoering van de moties en over alle ontwikkelingen op het dossier. Een deel van de moties is inmiddels afgehandeld. Toch blijven PFAS en specifiek Chemours ook in 2026 en de komende jaren aandacht en inzet vragen van de provincie en DCMR Milieudienst Rijnmond. We willen de emissies naar water en lucht verder terugdringen en we blijven we altijd en op tijd optreden bij geconstateerde overtredingen. Bij toezicht en bij vergunningverlening leidt dit tot ingewikkelde juridische procedures. Deze worden gevoerd namens GS.
- Bij vergunningverlening gaat de doorontwikkeling en uitrol van de Altijd Actuele Digitale Vergunning de komende jaren door. Dit betekent voor alle Zuid-Hollandse omgevingsdiensten dat de informatie over de vergunning beter en gemakkelijker te vinden is. Ook richten we het werkproces en de aanvraag efficiënter en effectiever in. De uitdagingen spelen niet alleen in Zuid-Holland. Daarom stimuleren we dat we onze ervaring en ontwikkeling als standaard gaat gelden voor het landelijk digitale vergunningenstelsel. Zo worden onze kennis en ervaring landelijk georganiseerd en geïntegreerd.
- Uitstoot van (potentiële) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) naar lucht en water beperken we maximaal. Dat doen we met inventarisaties bij bedrijven van ZZS-emissies en in de afvalverwerking. We werken de vergunningen bij en overleggen (ook in IPO-verband) met het Rijk over noodzakelijke scherpere wet- en regelgeving. We onderzoeken hoogwaardig hergebruik van ZZS-houdende materialen en vermindering van ZZS-houdend afval.
- We stimuleren kennisuitwisseling en stimuleren samenwerking met en tussen omgevingsdiensten. Dat doen we samen met de gemeentelijke partners bij de 5 Zuid-Hollandse omgevingsdiensten. Dit leverde een gezamenlijk programma op van de 5 diensten. Het programma heeft een jaarlijkse uitvoeringsagenda vanaf 2025. Het doel van de diensten is dat zij over 5 jaar virtueel samenwerken alsof zij één dienst zijn met 5 vestigingen. Het samenwerkingsprogramma richt zich op de arbeidsmarkt, informatievoorziening en digitalisering, gezamenlijke taakuitvoering, kennisdeling en -ontwikkeling op het gebied van milieucriminaliteit, circulaire economie en energie. De coördinatie van dit traject ligt bij de provincie. Ook zorgt de provincie voor de ambtelijke ondersteuning van de bestuurlijke begeleidingsgroep van wethouders en gedeputeerde. De provincie onderhoudt de contacten met de directeuren en projectleiders bij de omgevingsdiensten over de uitvoering van het samenwerkingsprogramma en houdt de voortgang in de gaten.
- Naar aanleiding van landelijke onderzoeken startte de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in juli 2022 een interbestuurlijk programma van 2 jaar. Dat houdt zich bezig met het verbeteren van het landelijke stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving. In januari 2025 maakten we afspraken over het toepassen van de resultaten van het verbeterprogramma. Binnen het IPO werken we samen zodat deze resultaten op de goede manier worden opgenomen in het landelijke VTH-stelsel. Ook stimuleren we binnen Zuid-Holland dat de gemaakte afspraken worden nagekomen, samen met onze omgevingsdiensten en gemeentelijke partners.
- We werken samen met onze diensten en partners om de Omgevingswet in de praktijk te blijven controleren. Als dat nodig is, passen we de samenwerking, het beleid en ons instrumentarium verder aan aan de nieuwe wetgeving. Ons instrumentarium wil zeggen ons eigen beleid en we voeren in IPO verband gesprekken met de wetgever als de wet aangepast moet worden.
Beleidsprestatie 7-1-6 Gezondheid en welzijn
Wat willen we bereiken?
De provincie wil bijdragen aan het verbeteren van de gezondheid van haar inwoners, gezondheids- verschillen verkleinen en zorgkosten reduceren. Gezondheid is het resultaat van een groot aantal verschillende elementen, van milieufactoren als lucht en geluid, kwaliteit van de leefomgeving, de mogelijkheid tot recreatie en sport tot specifieke factoren zoals individuele leefstijl. De provincie definieert gezondheid vanuit de ‘Positieve Gezondheid’ benadering, een benadering die niet de ziekte maar een betekenisvol leven van mensen centraal stelt. De nadruk ligt hierbij op veerkracht, eigen regie en aanpassingsvermogen van de mens, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Gezondheid gaat hierbij hand in hand met welzijn ofwel het gevoel van welbevinden.
Wat gaan we doen om dit te realiseren?
Algemeen
Programma Gezondheid en Welzijn
De provincie wil met het programma gezondheid en welzijn bijdragen aan de gezondheid van de inwoners. Het programma bestaat uit drie onderdelen delen: gezonde leefomgeving, gezonde voedselomgeving en netwerk en kennisinfrastructuur. De onderdelen zijn:
Gezonde leefomgeving
- We ontwikkelen de methode ‘gezond ontwerpen’, waarmee je op basis van de wensen van inwoners en de kansen in een wijk de wijk zo kunt inrichten dat de wijk de gezondheid ondersteunt.
- Met de methode gezond ontwerpen ondersteunen we gemeenten en hun partners bij het gezond maken van minimaal zes bestaande wijken, door bijvoorbeeld te komen tot een gebiedsvisie of een inrichtingsplan.
Gezonde voedselomgeving
- Samen met bedrijven stimuleren we een gezonde lunchcultuur op het werk, zodat werknemers met hun collega’s kunnen genieten van een gezonde groenterijke lunch.
- We geven subsidie voor een programma van Jong Leren Eten voor Voedseleducatie in het MBO, zodat jongeren aan het begin van hun werkzame leven leren om zelfstandig gezondere keuzes te maken.
- We stimuleren dat gezonde voedsel makkelijk toegankelijk is, door met supermarkten ziekenhuizen, scholen, sportverenigingen en gemeenten samen te werken.
- Conform amendement A912 op de Kadernota 2026-2029wordt € 0,5 mln. beschikbaar gesteld om specifiek in te zetten voor de ondersteuning van lokale eetinitiatieven zoals wijkrestaurants of mealprep-keukens, onder de voorwaarde dat zij gezonde én duurzame maaltijden aanbieden en de opzet van een regionaal logistiek netwerk om (biologische) boeren en keukens met elkaar te verbinden.
Netwerk en kennisinfrastructuur
- We werken samen met alle partners, in Zuid-Holland die willen bijdragen aan een gezond Zuid-Holland. Doel is om kennis over het ondersteunen van gezond gedrag te delen en toe te passen. Samen organiseren we regelmatig bijeenkomsten, zoals het Festival gezond verstand.
- We steunen Healthy Society Programma en de Medical Delta. Die programma’s richten zich op het opschalen van effectieve projecten en programma’s die de gezondheid verbeteren.