Algemene dekkingsmiddelen
Algemene dekkingsmiddelen zijn inkomsten voor de provincie waarvoor geen bestedingsdoel is bepaald en zijn daarmee vrij besteedbaar (in tegenstelling tot de specifieke dekkingsmiddelen). De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit:
Lokale heffingen
Lokale heffingen bestaan vrijwel volledig uit inkomsten voor de opcenten Motorrijtuigenbelasting. Voor de
bepaling van de belastinggrondslag zijn de cijfers van Rijksbelastingdienst van medio 2025 leidend. Het
voorgestelde tarief opcenten is conform de grondslag indexatie in 2025 verhoogd naar 104,4 opcenten. De
opbrengst in de latere jaarschijven is gebaseerd op de indexatie van de tarieven. In de jaren 2026 en verder is er rekening mee gehouden dat de vrijstelling voor elektrische voertuigen wordt aangepast. In de jaren 2026, 2027 en 2028 geldt een korting voor elektrische voertuigen van 30% en in 2029 van 25%. Verdere informatie vindt u in de paragraaf Lokale Heffingen.
Provinciefonds
De raming van de inkomsten uit het provinciefonds is gebaseerd op de Meicirculaire 2025. Daarnaast is rekening gehouden met inkomsten die al zijn aangekondigd om te verwerken in de septembercirculaire 2025, namelijk de compensatie in de opcenten MRB voor elektrische voertuigen en de herverdeling van het provinciefonds.
De uitkering uit het provinciefonds bestaat uit een algemene uitkering en decentrale uitkeringen, die een eigen verdeling over de provincies hebben. De indexatie van de algemene uitkering in het Provinciefonds is gekoppeld aan het nominaal bruto binnenlands product. Deze cijfers worden gepubliceerd door het CPB en in de circulaires verwerkt.
Dividenduitkering
De provincie ontvangt geld (dividend) vanuit de deelnemingen, bedrijven of organisaties waarin zij een aandeel heeft. Op dit moment zijn dat de BNG, NWB en de ZEH.