Financiële begroting

2. Toelichting baten en lasten

Indexatie

Indexering is het aanpassen van geldbedragen aan een indexcijfer. Vaak betreft dit aanpassing aan de inflatie zodat het reële bedrag gelijk blijft. In de provinciale context betekent dit dat beschikbare budgetten worden opgehoogd zodat hiermee dezelfde koopkracht behouden blijft. De begroting wordt hiermee waardevast gemaakt.

In de Financiële verordening 2021 zijn de kaders opgenomen met betrekking tot indexatie. De praktische uitvoering daarvan is vastgelegd in een Uitvoeringsnota indexatiebeleid (2025) die GS vaststelt op 1 juli 2025 heeft vastgesteld (zie link ). Onderstaande informatie en de in de tabel opgenomen indexcijfers zijn in lijn met deze geactualiseerde Uitvoeringsnota. Ten opzichte van de Kadernota 2026 is de "Gewogen index van 1/3e (imoc) en 2/3 (PO:bw)" gewijzigd in "Gewogen index van 20% (imoc) en 80% (PO:bw)".

Categorie

Te hanteren index(en)

Bron

Baten

  • Opcenten motorrijtuigenbelasting
  • Precario

Nationale consumentenprijsindex (CPI)
De gemiddelde prijs op jaarbasis van een pakket goederen en diensten.
Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar.

CPB
Februari/maart raming

Lasten

  • Beheer en onderhoud infrastructuur
  • Beheer en onderhoud natuur

42/43: Grond-, weg- en waterbouw (GWW)
Deze index bevat een gewogen gemiddelde van tien deelgebieden die binnen de GWW worden onderscheiden. De index bevat de ontwikkeling van de kosten van loon, materiaal en materieel voor grond-, weg- en waterbouwprojecten.
De GWW-index is alleen retrospectief beschikbaar en bevat dus geen verwachte prijsontwikkeling van toekomstige jaren.

Het prognose percentage voor T+1 wordt berekend op basis van de index ‘42/43: Grond-, weg- en waterbouw; inputprijsindex 2020=100’ (link) waarbij het laatst bekende indexcijfer wordt afgezet tegen de in de vorige Kadernota vastgestelde index.

Voorbeeld: in de Kadernota 2025 is het indexcijfer 133,6 gebruikt. Bij het opstellen van de Kadernota 2026 is het laatst bekende indexcijfer 136,4. Het indexatiepercentage wordt dan 136,4 -/- 133,6 = 2,8 / 133,6 * 100% = 2,10%

CBS retrospectief
Periode: T+1

Index Bruto Overheidsinvesteringen (IBOI)
Deze index bevat de gemiddelde prijsstijging van de bruto investeringen van de collectieve sector. De investeringen bestaan onder meer uit infrastructuur, vervoermiddelen, software etc. Het onderdeel infrastructuur weegt relatief zwaar mee in de IBOI.

Het prognose percentage voor T+2 t/m T+5 wordt gebaseerd op de IBOI in de verzamelde bijlagen met lange reeks t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar.

CPB
Februari/maart raming
Periode: T+2 t/m T+5

  • Loonontwikkeling formatie incl. pensioenpremies
  • Vergoeding Statenleden

Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers (PO:bw)
Dit is de gemiddelde stijging van de lonen en salarissen van de collectieve sector exclusief een voortschrijdend gemiddelde van de jaarlijkse incidentele loonstijgingen.

Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar.

CPB
Februari/maart raming

  • Inhuur

Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur
Deze index bevat de ontwikkeling van cao-lonen, de contractuele loonkosten en de contractuele arbeidsduur van werknemers in Nederland die vallen onder een collectieve arbeidsovereenkomst (cao).
Deze index is alleen retrospectief beschikbaar en bevat dus geen verwachte prijsontwikkeling van toekomstige jaren.

Het prognose percentage voor T+1 wordt berekend op basis van ’CBS-prijsindexcijfer CAO lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, categorie zakelijke dienstverlening, reeks 2020=100’ (link) waarbij het laatst bekende indexcijfer wordt afgezet tegen de in de vorige Kadernota vastgestelde index.

CBS retrospectief
Periode: T+1

Cao-loon marktsector
Deze index bevat de gemiddelde stijging van de lonen in de marktsector (bedrijven exclusief gezondheids- en welzijnszorg) volgens de cao's.

Het prognose percentage voor T+2 t/m T+5 wordt gebaseerd op verzamelde bijlagen met lange reeks t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar.

CPB

Februari/maart raming

Periode: T+2 t/m T+5

  • Concessies Openbaar vervoer
  • Waterbus en veer

Landelijke Bijdrage-Index (LBI)
De LBI volgt onafhankelijk de kostenontwikkeling van de sector uitgesplitst naar voertuig en brandstof type. Voor de prognose wordt gebruik gemaakt van het gemiddelde van de uitsplitsing Bussen - Diesel, Bussen - Elektrisch, en Trein - Elektrisch.

Prognose percentage voor T+1 wordt ook gebruikt voor de resterende jaren.

DOVA (Samenwerkingsverband van decentrale OV-autoriteiten)

  • Meerjarige boekjaarsubsidies
  • Omgevingsdiensten

Gewogen index van 20% (imoc) en 80% (PO:bw)
De meerjarige boekjaarsubsidies die worden verstrekt en de bijdragen aan de omgevingsdiensten dienen ter dekking van zowel materiële lasten als personele lasten. De precieze verhouding kan verschillen per meerjarige subsidie en bijdrage aan omgevingsdienst.
In de begroting wordt voor de stelpost uitgegaan van een verhouding van 20% materiële lasten waarvoor de Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) wordt gehanteerd en voor 80% aan personele lasten waarvoor de Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers (PO:bw) wordt gehanteerd.

Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar.

CPB

Februari/maart raming

  • Resterende budgetten incl. ICT

Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc)
Dit is de gemiddelde stijging van de prijzen van de netto materiële consumptie van de collectieve sector (zie ook toelichting op definitie van collectieve sector). De netto materiële consumptie is gelijk aan de som van de lopende aankopen van goederen en diensten (bijvoorbeeld kosten van energie, huisvesting, kantoorartikelen, uitzendkrachten), de afschrijvingen (bijv. die op infrastructuur, gebouwen, wagenpark en computers) en de verkopen (bijv. schoolgelden, reinigingsrechten, verkopen sociale werkplaatsen, vergoeding van de EU voor het innen van de invoerrechten, bouwleges en verhuur van schoolgebouwen door gemeenten aan het bijzonder onderwijs).

Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar.

CPB

Februari/maart raming

Investeringen

  • Aanleg en verbetering infrastructuur
  • Beheer en onderhoud infrastructuur
  • Natuur
  • Recreatie

Voor deze investeringen worden de indexen van de GWW en IBOI toegepast zoals dat eerder is toegelicht in deze tabel bij de categorie Lasten: Beheer en onderhoud infrastructuur + Beheer en onderhoud natuur.

  • Gebouwen (huisvesting)
  • ICT
  • Overige investeringen

Voor deze investeringen wordt de index gehanteerd van de ‘Prijs overheidsconsumptie, netto materiaal (imoc)’ zoals dat eerder is toegelicht in deze tabel bij de categorie Lasten: Resterende budgetten incl. ICT.

Te hanteren indexen voor Begroting 2026

Categorie

Te hanteren index(en)

Bron

2026

2027

2028

2029

2030

Baten

Opcenten mrb, precario

Nationale consumentenprijsindex (cpi)

CPB februari 2025

2,6%

2,3%

2,2%

2,2%

2,2%

Lasten

Beheer en onderhoud infrastructuur, natuur

GWW (T+1)

IBOI (T+2 t/m T+5)

CBS jan 2025 t.o.v. jan 2024
CPB februari 2025

2,1%

2,5%

2,6%

2,4%

2,4%

Loonontwikkeling, vergoeding Statenleden

Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers

CPB februari 2025

1,8%

5,7%

4,6%

4,3%

4,3%

Inhuur

Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur (T+1)
Cao-loon marktsector (T+2 t/m T+5)

CBS jan 2025 t.o.v. jan 2024
CPB februari 2025

5,6%

3,6%

3,4%

3,2%

3,2%

Concessies Openbaar vervoer, waterbus en veer

Landelijke Bijdrage-Index (LBI)

DOVA

4,4%

4,4%

4,4%

4,4%

4,4%

Meerjarige boekjaarsubsidies, omgevingsdiensten

20% prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers en 80% Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc)

CPB februari 2025

1,9%

5,0%

4,1%

3,9%

3,9%

Resterende budgetten, inclusief ICT

Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc)

CPB februari 2025

2,1%

2,2%

2,2%

2,3%

2,3%

Investeringen

Aanleg en verbetering infrastructuur
Beheer en onderhoud infrastructuur
Natuur
Recreatie

GWW (T+1)
IBOI (T+2 t/m T+5)

CBS jan 2025 t.o.v. jan 2024
CPB februari 2025

2,1%

2,5%

2,6

2,4%

2,4%

Gebouwen (huisvesting)
ICT
Overige investeringen

Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc)

CPB februari 2025

2,1%

2,2%

2,2%

2,3%

2,3%

Deze pagina is gebouwd op 10/06/2025 15:59:38 met de export van 10/06/2025 15:49:09