Indexatie
Indexering is het aanpassen van geldbedragen aan een indexcijfer. Vaak betreft dit aanpassing aan de inflatie zodat het reële bedrag gelijk blijft. In de provinciale context betekent dit dat beschikbare budgetten worden opgehoogd zodat hiermee dezelfde koopkracht behouden blijft. De begroting wordt hiermee waardevast gemaakt.
In de Financiële verordening 2021 zijn de kaders opgenomen met betrekking tot indexatie. De praktische uitvoering daarvan is vastgelegd in een Uitvoeringsnota indexatiebeleid (2025) die GS vaststelt op 1 juli 2025 heeft vastgesteld (zie link ). Onderstaande informatie en de in de tabel opgenomen indexcijfers zijn in lijn met deze geactualiseerde Uitvoeringsnota. Ten opzichte van de Kadernota 2026 is de "Gewogen index van 1/3e (imoc) en 2/3 (PO:bw)" gewijzigd in "Gewogen index van 20% (imoc) en 80% (PO:bw)".
Categorie | Te hanteren index(en) | Bron |
---|---|---|
Baten | ||
| Nationale consumentenprijsindex (CPI) | CPB |
Lasten | ||
| 42/43: Grond-, weg- en waterbouw (GWW) Het prognose percentage voor T+1 wordt berekend op basis van de index ‘42/43: Grond-, weg- en waterbouw; inputprijsindex 2020=100’ (link) waarbij het laatst bekende indexcijfer wordt afgezet tegen de in de vorige Kadernota vastgestelde index. Voorbeeld: in de Kadernota 2025 is het indexcijfer 133,6 gebruikt. Bij het opstellen van de Kadernota 2026 is het laatst bekende indexcijfer 136,4. Het indexatiepercentage wordt dan 136,4 -/- 133,6 = 2,8 / 133,6 * 100% = 2,10% | CBS retrospectief |
Index Bruto Overheidsinvesteringen (IBOI) Het prognose percentage voor T+2 t/m T+5 wordt gebaseerd op de IBOI in de verzamelde bijlagen met lange reeks t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar. | CPB | |
| Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers (PO:bw) Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar. | CPB |
| Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur Het prognose percentage voor T+1 wordt berekend op basis van ’CBS-prijsindexcijfer CAO lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, categorie zakelijke dienstverlening, reeks 2020=100’ (link) waarbij het laatst bekende indexcijfer wordt afgezet tegen de in de vorige Kadernota vastgestelde index. | CBS retrospectief |
Cao-loon marktsector Het prognose percentage voor T+2 t/m T+5 wordt gebaseerd op verzamelde bijlagen met lange reeks t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar. | CPB Februari/maart raming Periode: T+2 t/m T+5 | |
| Landelijke Bijdrage-Index (LBI) Prognose percentage voor T+1 wordt ook gebruikt voor de resterende jaren. | DOVA (Samenwerkingsverband van decentrale OV-autoriteiten) |
| Gewogen index van 20% (imoc) en 80% (PO:bw) Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar. | CPB Februari/maart raming |
| Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) Het prognose percentage wordt gebaseerd op de verzamelde bijlagen met lange reeksen t/m T+4 (MLT) waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar. | CPB Februari/maart raming |
Investeringen | ||
| Voor deze investeringen worden de indexen van de GWW en IBOI toegepast zoals dat eerder is toegelicht in deze tabel bij de categorie Lasten: Beheer en onderhoud infrastructuur + Beheer en onderhoud natuur. | |
| Voor deze investeringen wordt de index gehanteerd van de ‘Prijs overheidsconsumptie, netto materiaal (imoc)’ zoals dat eerder is toegelicht in deze tabel bij de categorie Lasten: Resterende budgetten incl. ICT. |
Te hanteren indexen voor Begroting 2026
Categorie | Te hanteren index(en) | Bron | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Opcenten mrb, precario | Nationale consumentenprijsindex (cpi) | CPB februari 2025 | 2,6% | 2,3% | 2,2% | 2,2% | 2,2% |
Lasten | |||||||
Beheer en onderhoud infrastructuur, natuur | GWW (T+1) IBOI (T+2 t/m T+5) | CBS jan 2025 t.o.v. jan 2024 | 2,1% | 2,5% | 2,6% | 2,4% | 2,4% |
Loonontwikkeling, vergoeding Statenleden | Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers | CPB februari 2025 | 1,8% | 5,7% | 4,6% | 4,3% | 4,3% |
Inhuur | Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur (T+1) | CBS jan 2025 t.o.v. jan 2024 | 5,6% | 3,6% | 3,4% | 3,2% | 3,2% |
Concessies Openbaar vervoer, waterbus en veer | Landelijke Bijdrage-Index (LBI) | DOVA | 4,4% | 4,4% | 4,4% | 4,4% | 4,4% |
Meerjarige boekjaarsubsidies, omgevingsdiensten | 20% prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers en 80% Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) | CPB februari 2025 | 1,9% | 5,0% | 4,1% | 3,9% | 3,9% |
Resterende budgetten, inclusief ICT | Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) | CPB februari 2025 | 2,1% | 2,2% | 2,2% | 2,3% | 2,3% |
Investeringen | |||||||
Aanleg en verbetering infrastructuur | GWW (T+1) | CBS jan 2025 t.o.v. jan 2024 | 2,1% | 2,5% | 2,6 | 2,4% | 2,4% |
Gebouwen (huisvesting) | Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) | CPB februari 2025 | 2,1% | 2,2% | 2,2% | 2,3% | 2,3% |