Stelposten
In de provinciale begroting wordt gebruik gemaakt van stelposten voor toekomstige loon- en prijsstijgingen. De stelposten dragen bij aan een reële begroting en zorgen ervoor dat in toekomstige jaren voldoende middelen aanwezig zijn om loon- en prijsstijgingen op te vangen. Voor de benodigde omvang van de stelposten en de wijze waarop deze stelposten ingezet worden is het provinciale indexatiebeleid leidend. In de financiële begroting is in het onderdeel Grondslagen < Indexatie meer informatie opgenomen, waaronder de gehanteerde indexen en de daarbij behorende percentages.
Stelpost looncompensatie
Ontwikkeling van de omvang van de stelpost
(bedragen x € 1 miljoen) | Huidige collegeperiode | Nieuwe collegeperiode | |||||
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 e.v. | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Stand na Voorjaarsnota 2025/Kadernota 2026 | ||||||
1 | Beschikbaar op stelpost | 4,8 | 10,6 | 18,7 | 26,0 | 33,9 | 33,9 |
2 | Inzet stelpost bij Najaarsnota 2025 | -4,8 | -7,6 | -7,3 | -7,2 | -7,2 | -7,2 |
Subtotaal A: Totaal beschikbaar | - | 3,0 | 11,4 | 18,8 | 26,7 | 26,7 | |
B | Mutaties | ||||||
1 | Bijstelling stelpost in deze begroting | - | 0,6 | 2,4 | 2,6 | 2,7 | 11,0 |
Subtotaal B: Totaal mutatie looncompensatie | - | 0,6 | 2,4 | 2,6 | 2,7 | 11,0 | |
Resterend voor de looncompensatie | - | 3,6 | 13,8 | 21,4 | 29,4 | 37,7 |
Toelichting:
In de Najaarsnota 2025 zijn de meerjarige effecten verwerkt van de CAO. De CAO loopt van 1 juli 2025 - 1 juli 2026 (A2).
Op basis van de vastgestelde indexatiecijfers in de Kadernota 2026 is in deze begroting de benodigde omvang berekend van de stelpost. Daaruit volgt een beperkte toevoeging van de stelpost voor de jaren 2026 t/m 2029 ten laste van het begrotingssaldo. Jaarschijf 2030 wordt nieuw toegevoegd en leidt daarmee tot een benodigde ophoging die ten laste wordt gebracht van het begrotingssaldo.
Stelpost prijscompensatie
Ontwikkeling van de omvang van de stelpost
(bedragen x € 1 miljoen) | Huidige collegeperiode | Nieuwe collegeperiode | ||||
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 e.v. | ||
---|---|---|---|---|---|---|
A | Stand na Voorjaarsnota 2025/Kadernota 2026 | |||||
1 | Beschikbaar op stelpost | 16,2 | 27,5 | 46,5 | 66,7 | 66,9 |
B | Mutaties (inzet stelpost) | |||||
1 | 1-1 Vergoeding Statenleden/GS/CdK | -0,3 | -0,3 | -0,3 | -0,3 | -0,3 |
2 | 2-1 Concessies Openbaar vervoer | -5,5 | -5,5 | -5,5 | -5,5 | -5,5 |
3 | 2-2 Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur | -1,1 | -1,1 | -1,1 | -1,1 | -1,1 |
4 | 2-2 Voorzieningen (groot onderhoud) beheer en onderhoud infrastructuur | -2,2 | -2,2 | -2,2 | -2,2 | -2,2 |
5 | 4-1 Boekjaarsubsidies IQ en EBZ | -0,0 | -0,0 | -0,0 | -0,0 | -0,0 |
6 | 4-3 Boekjaarsubsidies culturele instellingen | -0,2 | -0,2 | -0,2 | -0,2 | -0,2 |
7 | 5-1/5-3 Beheer en onderhoud Natuurbeheer, Faunabeheer en Water | -1,0 | -1,0 | -1,1 | -1,2 | -1,2 |
8 | 7-1 Bijdragen aan Omgevingsdiensten | -1,1 | -1,1 | -1,1 | -1,1 | -1,1 |
9 | 7-2 Beheer en onderhoud Recreatie(gebieden) | -0,4 | -0,3 | -0,3 | -0,3 | -0,3 |
10 | 8-1 Bedrijfsvoering (Informatisering en Automatisering) | -0,7 | -0,6 | -0,5 | -0,4 | -0,4 |
11 | 8-1 Bedrijfsvoering | -0,4 | -0,4 | -0,4 | -0,4 | -0,4 |
Subtotaal B: Totaal mutaties (inzet stelpost) | -12,9 | -12,8 | -12,7 | -12,7 | -12,7 | |
C | Mutatie stelpost t.b.v. toekomstige jaren | -3,3 | -4,3 | -6,9 | -10,7 | 4,8 |
Resterend voor de prijscompensatie | 0,0 | 10,3 | 26,8 | 43,3 | 59,0 |
Toelichting:
A1 Stand na Voorjaarsnota 2025/Kadernota 2026
Dit betreft de beschikbare middelen vanuit de stelpost prijscompensatie bij Voorjaarsnota 2025/Kadernota 2026. In die Kadernota is indicatief wel aangegeven dat de stelpost gemuteerd dient te worden op basis van actuele indexcijfers. Zie toelichting bij C voor de mutatie.
B. Mutaties (inzet stelpost)
In de Begroting 2026 is vanuit de verschillende ambities aanspraak gemaakt op de stelpost. Deze zijn in lijn met het indexatiebeleid en de indexatiepercentages die in de Kadernota 2026 zijn opgenomen. De opgenomen bedragen zijn structureel van aard.
C. Mutatie stelpost t.b.v. toekomstige jaren
In deze begroting is een meerjarige mutatie op de stelpost verwerkt. Die mutatie volgt vanuit de in de Kadernota 2026 vastgestelde indexcijfers en vanuit een geactualiseerde doorrekening. Voor de jaren 2026-2029 geldt dat de stelpost verlaagd kan worden, omdat de verwachte prijsontwikkeling lager is dan waar vorig jaar mee is gerekend. Dit komt vooral door de aanpassing van de grond-, weg- en waterbouw index. Er wordt niet langer gewerkt met een 3-jarig gemiddelde, maar met een combinatie van de werkelijke prijsontwikkeling in het achterliggende jaar (voor 2026) en de index voor bruto overheidsinvesteringen vanuit de CPB-raming (voor 2027 en verder).
Jaarschijf 2030 wordt nieuw toegevoegd in deze begroting. De mutatie wordt verrekend met het begrotingssaldo .
Stelpost prijscompensatie kredieten
Ontwikkeling van de indexatie van investeringskredieten
(bedragen x € 1 miljoen) | Huidige collegeperiode | Nieuwe collegeperiode | ||||
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
A | Toegekende indexatie van investeringskredieten | |||||
1 | 2-1 Aanleg en verbetering (PZI) | - | - | - | - | - |
2 | 2-2 Beheer en onderhoud infrastructuur | 1,1 | 0,5 | 2,5 | 1,4 | 1,5 |
3 | 7-2 Recreatie (Vlietland) | - | 0,1 | - | - | - |
4 | 8-1 Bedrijfsvoering (ICT) | - | - | - | - | - |
5 | 8-1 Bedrijfsvoering (Gebouwen) | - | - | - | - | - |
Toegekende indexatie van investeringskredieten | 1,1 | 0,6 | 2,5 | 1,4 | 1,5 |
Bovenstaande prijscompensatie betreft de ophoging van kredieten die al eerder door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Deze prijscompensatie wordt ingezet om de indexatie binnen de lopende projecten op te vangen. Het effect hiervan (hogere kapitaallasten) is onderdeel van de actualisatie van de kapitaallasten in deze begroting. Als voorbeeld: voor beheer en onderhoud infrastructuur wordt in deze begroting € 7 miljoen aan investeringskrediet toegekend voor prijscompensatie. Uitgaande van een afschrijvingstermijn van gemiddeld 30 jaar is dat € 0,23 miljoen aan jaarlijkse afschrijvingslasten.
Voor investeringskredieten binnen het PZI is bij de Begroting 2023 een aparte stelpost gevormd om indexatie uit te dekken tot en met 2027. Om die reden is er in deze begroting geen aanspraak gemaakt op de concern stelpost prijscompensatie kredieten.
Voor investeringskredieten binnen bedrijfsvoering is geen aanspraak gemaakt op de concern stelpost prijscompensatie kredieten, omdat is ingeschat dat de huidige middelen toereikend zijn.
Omvang van de stelpost voor prijscompensatie kredieten
Voor toekomstige prijsontwikkelingen van investeringskredieten zijn onderstaande budgetten beschikbaar ter dekking van kapitaallasten. Dit budget x de afschrijvingstermijn is het beschikbare krediet voor prijscompensatie.
(bedragen x € 1 miljoen) | Huidige collegeperiode | Nieuwe collegeperiode | |||
---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Beschikbaar kapitaallastenbudget voor | 0,0 | 0,1 | 0,6 | 0,9 | 1,4 |